Meer eiwitopbrengst met gedeelde kunstmestgift en kalibemesting
De proef met de gedeelde kunstmestgift voor de eerste snee werd zowel op het PPO-proefbedrijf in Vredepeel (zandgrond) als in Lelystad (kleigrond) uitgevoerd. Daarbij kregen de proefstroken 25 kuub rundveedrijfmest en 70 kilo stikstof uit kunstmest per hectare. Bij de stroken met een gedeelde kunstmestgift werd in twee keer 35 kilo stikstof toegediend.
Verschil gedeelde gift lager op kleigrond
Op zandgrond leverde de gedeelde gift een 23 hogere eiwitopbrengst op. Dit kwam zowel uit een hogere drogestofopbrengst als een hoger ruw eiwitgehalte in het gras. Op kleigrond was het verschil in eiwitopbrengst met 10 procent wat lager.
Agrifirm liet ook onderzoek doen naar de invloed van een extra kaligift op grasland. Bij een extra kaligift van 100 kilo op zandgrond en kleigrond, werd op basis van meetgegevens over drie jaar gemiddeld 5 procent extra eiwitopbrengst gemeten. Ook hier bleek zowel de drogestofopbrengst als het ruw eiwitgehalte hoger te liggen.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat een extra kaligift op kali-arme gronden ook invloed heeft op de kwaliteit van het eiwit. (Novakowski 1972). Een tekort aan kali leidt namelijk tot een ophoping van nitraat in het gras. (Pettigrew 2007). Kali zorgt ervoor dat nitraat in de plant kan worden omgezet in eiwit-stikstof, die de koe goed kan benutten.
Zwavel op alle grondsoorten nodig
Agrifirm onderschrijft ook het belang van zwavelbemesting op alle grondsoorten. Op zand, klei, veen en loss-grond blijkt respectievelijk 69, 65, 42 en 50 procent van de percelen onder de streefwaarde te zitten. Meerjarige proeven met KAS-zwavel tonen 5,8 procent hogere drogestofopbrengst in vergelijking met standaard KAS. Wel zorgen zwavelmeststoffen voor meer verzuring van de grond.
Afgelopen jaar liet Agrifirm ook proeven doen door PPO met Entec FL, een nitrificatieremmer in drijfmest. Dit zorgde voor 6,7 procent meer eiwitopbrengst. Dit kwam met name door een hogere drogestofopbrengst.