Welzijnsonderzoeker: ‘Kalf bij koe is wachten op welzijnsproblemen’

Tijdens de dracht maakt een koe hormonen aan die haar moederlijke gedrag beïnvloeden. Maar anders dan bij mensen, maakt de hormonale sturing na de geboorte plaats voor sturing door prikkels van het kalf zelf. Als het kalf wil drinken, komt de moeder in actie.
Gedrag
Deze aansturing is evolutionair gezien voordelig. Wanneer een kalf doodgeboren ter wereld komt, moet het moederdier daar namelijk geen energie aan verspillen. Wanneer koeien en kalveren direct na de geboorte worden gescheiden, ‘dooft’ daarmee ook de prikkel om het kalf te moeten verzorgen.
Hechtingstheorie
De hechtingstheorie van John Bowlby, waar psychologen bij kinderen vaak over praten, zit anders in elkaar dan die van zoogdieren. De Welzijnsdeskundige legt uit dat koeien meer te vergelijken zijn met bijvoorbeeld een gnoe. Het kalf van een gnoe komt zelfredzaam ter wereld. Het moederdier verstopt haar jong, om het slechts een aantal keer per dag te voeden. Daarna groeit een kalf op met leeftijdsgenoten in de kudde.
Gezondheid kalf
Hopster zegt dat er vanuit diergezondheidsoogpunt twee risico’s kleven aan het bij elkaar houden van koe en kalf, „terwijl de voordelen nog onvoldoende zijn aangetoond. Een pasgeboren kalf moet snel voldoende biest drinken. Alleen een melkveehouder kan dat volledig waarborgen. Bij een zogende koe is er geen enkele controle over de opname van het kalf. Daarnaast is het gevaar van kalveren bij koeien houden dat zij in de gezamenlijke huisvesting ziektekiemen oplopen. De voorkeur gaat uit naar een tijdelijk apart onderkomen dat schoon, droog en warm is.
Vanuit het perspectief van kalf en koe is het volgens de dierwelzijnsonderzoeker dan ook onverstandig om de Kamermotie uit te voeren.
Tekst: Monica van der Hall, Resource WUR
Beeld: Agrio archief