Maïstelers vinden hoog zetmeel belangrijker dan VEM
De MaïsScan wordt voor het derde jaar op rij uitgevoerd door agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen.
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat 45,6 procent van de maïstelers de korrelopbrengst of zetmeelopbrengst het belangrijkst vinden bij de keuze voor een maïsras. Dit wordt gevolgd door de voederwaarde-opbrengst met 36,7 procent. Ook drogestof-opbrengst (34,9 procent) , stevigheid van het ras (29,5 procent) en vroegrijpheid (27,4 procent) zijn volgens de telers belangrijke selectiecriteria. Voor de overige keuzemogelijkheden zie de bijgevoegde tabel.
Millesim meest genoemde keus
35 procent van de maïstelers geeft op dit moment aan dat ze hetzelfde maïsras gaan zaaien als in 2015. 31 procent kiest voor een ander maïsras en 34 procent van de telers weet het (nog) niet.
Op de vraag welk maïsras men het komend seizoen (hoogstwaarschijnlijk) het meest gaat telen, wordt het maïsras Millesim van KWS op dit moment het meest genoemd. De maïsrassen Torres (KWS) en LG. 31.211 (Limagrain) volgen op de voet. De nummer vier en vijf van deze tussenstand zijn LG 31.218 (Limagrain) en Ricardinio (KWS).
Lopend onderzoek
Naast vragen over de selectiecriteria en het te zaaien maïsras, worden er ook vragen gesteld over hoe tevreden men is over de gezaaide maïsrassen van het afgelopen seizoen. In 2015 hebben 1.132 maïstelers meegewerkt aan de MaïsScan.
De MaïsScan loopt nog. Donderdagmiddag 4 februari ontvangen de maïstelers die de MaïsScan nog niet ingevuld hebben een reminder via de e-mail. Meer informatie is te vinden op de website van Geelen Consultancy.