Grasraffinage als stikstofoplossing en extra verdienmodel
In de proeffabriek in Afferden raffineerden ze afgelopen seizoen zo’n 10 ton gras per dag. De output van het proces; ontsloten gras, graseiwit, prebiotische suiker (FOS) en plantaardige mest wordt volop onderzocht in proeven.
Vierkantsverwaarding
In de proeffabriek wordt vers gras door imposante machines gekneusd, geperst en gescheiden. In allerlei verschillende vormen gaat het gras over lopende banden en via bakken door naar de volgende verwerkingsstap. Doel van dit alles is vierkantsverwaarding van gras realiseren zodat gras niet alleen benut kan worden door koeien.
De som van delen van gras hebben volgens Rieks Smook, directeur van Grassa, een grotere waarde dan gras als geheel. „We hebben als Nederland een beetje de tunnelvisie dat gras alleen voor de koe is. Maar een koe is niet super efficiënt met dat gras. 30 procent van het eiwit gebruikt de koe voor melk en vlees, de rest wordt omgezet naar mest. Met raffinage halen we die voedingstoffen eruit die een koe toch niet gebruikt. Omdat de koe door het ontsloten gras het gevoerde eiwit beter benut en je daarnaast die andere stromen wint, kun je 50 procent meer voedsel van één hectare halen”
Minder uitstoot
Smook doelt daarmee op het onbestendige eiwit dat uit het gras wordt gehaald. Het ontsloten gras dat overblijft na de raffinage heeft namelijk een OEB van bijna 0 waardoor de stikstofbenutting ten opzichte van kuilgras met 30 procent kan verbeteren. Zeker voor het eiwitrijke najaarsgras met hoog eiwitgehalte kan raffinage zorgen voor een efficiëntieslag. Daarnaast hoeven de koeien minder product op te nemen voor dezelfde voederwaarde waardoor ze minder fosfaat en methaan produceren. Dit alles zonder dat de melkproductie en samenstelling in het geding komt.
Het raffineren van gras is voor elke boer interessant, maar volgens Smook wel interessanter voor extensieve boren. „Ontsloten gras is een goed alternatief voor maïs. Ook boeren in veenweidegebied kunnen profiteren van ontsloten gras.”
Kanttekening bij deze kreten is overigens wel dat in de onderzoeken het ontsloten gras maximaal 60 procent van het totale rantsoen inneemt. „Bij een volledige vervanging krijgen de koeien waarschijnlijk een tekort aan onbestendig eiwit,” licht commercieel directeur Bob Lambrechts toe. Ook het (missen van) structuur is nog iets wat verder uitgezocht moet worden. „Het ontsloten gras brengt NDF in, maar het product zelf is veel fijner dan kuilgras of vers gras. Op de Dairy campus wordt de invloed van ons product op de pens en darmvertering verder onderzocht.”
Verdienmodel
De kosten voor raffinage zouden ongeveer gelijk zijn aan het inkuilen van gras, beetje afhankelijk van transport. Het verdienmodel voor boeren zou volgens Grassa moeten komen uit de afzet van graseiwit en het prebiotische suiker FOS. Graseiwit is na verhitting in het proces geschikt voor éénmagigen zoals varkens, kippen, vissen, honden en zelfs mensen. Vooral in de afzet voor humane toepassingen ziet het bedrijf kansen omdat de vraag naar plantaardig eiwit toeneemt. Een gras leverende boer zou daar dan via Grassa voor betaald kunnen worden.
Het prebiotische suiker wordt nu aan varkens gevoerd, maar zal volgens Grassa in de toekomst ook voor humane toepassingen geschikt zijn. De producten van Grassa mogen nu nog niet in het humane circuit verkocht worden. Dat is iets waar het bedrijf wel mee bezig is om voor elkaar te krijgen. Toch ziet Smook grasraffinage als de oplossing die stikstof reduceert bij de bron en daarnaast een verdienmodel voor de boer oplevert.
Ontsloten gras en meststof
De boer krijgt zijn geleverde gras ontsloten terug en kan het dan voeren aan zijn koeien. Daarnaast zou het mineralenconcentraat als plantaardige meststof weer uitgereden kunnen worden op het grasland. Op dit moment verpakt Grassa het ontsloten gras in balen van 450 kilo met ongeveer 30 procent drogestof.
Inmiddels heeft Grassa een NIR-analyse apparaat in de productielijn zodat snel gemeten kan worden. Op die manier wil Grassa ook het effect van anders persen of verhitten beter in beeld brengen. Lambrechts: „Gras is immers een natuurproduct en zal afhankelijk van het weer altijd iets anders zijn qua samenstelling. Ook de lengte van het gras kan van invloed zijn op het proces.”
De balen worden ingezet in praktijkproeven onder andere op de Dairy Campus in Leeuwarden en bij 7 boeren die het ontsloten gras inzetten in hun rantsoenen testen. De boeren kijken naar hoe het product in de praktijk past. Ontsloten gras kan ook gedroogd worden en worden ingezet in de hobbydierenmarkt.
Kringloopwijzer
Naast het toepasbaar maken voor humane consumptie moet Grassa ook nog door een aantal andere hoepels zien te springen om het concept verder van de grond te krijgen. Zo moet er bijvoorbeeld nog gewerkt worden aan ijklijnen voor de voederwaarde van het ontsloten gras. Daarnaast moet geborgd worden dat de duurzaamheidswinsten door het gebruik van de grassa producten erkent worden in onder andere de kringloopwijzer.
In elke provincie
Kijkend naar de toekomst beoogt Grassa om in 2030 in elke provincie een raffinage te hebben waar boeren hun gras kunnen laten raffineren. Grassa heeft daarbij het grasdrogerijmodel voor ogen vertelt Smook. „Een veehouder produceert gras dat wij kosteloos omzetten in ontsloten gras, dat de veehouder weer terugkrijgt. Daarnaast krijgt de veehouder een deel van de waarde van het eiwit uitbetaald.” Zo’n raffinage zou 6.000 vierkante meter groot moeten zijn om 32 ton gras per uur te kunnen verwerken, wat neerkomt op 2 hectare. Grassa is nog druk op zoek naar een locatie voor de eerste grasraffinaderij en boeren die kansen zien in grasraffinage.
Inspiratiecafé
De Innovatie Coöperatie organiseerde op dinsdag 1 november een inspiratiecafé op de locatie van Grassa in Venlo. Na een presentatie van Grassa directeur Rieks Smook mocht het tiental boeren (melkveehouders en loonwerkers) een kijkje nemen op de productielocatie van Grassa in Afferden.