‘Een megastal moet attractiewaarde hebben’

Melkveehouder Jaap Schep in Bergambacht houdt 470 koeien in één stal en is een fervent voorstander van weidegang. Zodra hij de koeien in het voorjaar naar buiten jaagt, komt het publiek in de stedelijke omgeving waar hij boert met duizenden tegelijk een dagje ‘koeiendans kijken’. „Dat vinden ze geweldig. Het aparte is dat het houden van bijna 500 koeien in één stal dan ineens geen item meer is. Ik wil er maar mee zeggen dat het in Nederland te eng over aantallen gaat in plaats van over inhoud.”
De Koeientuin
Maarten Frankenhuis, oud-directeur van dierentuin Artis en betrokken bij het eerste ontwerp van een nieuw stalconcept in de melkveehouderijsector - de Koeientuin - kan het beamen. „Zodra het draait om kwaliteit, is de kwantiteit ineens minder van belang”, is zijn ervaring.
Paul Galama, specialist duurzame bedrijfssystemen bij Wageningen UR en nauw betrokken bij de ontwikkeling van de vrijloopstal, waarvan er nu zo’n vijftig staan in Nederland, is er zelfs van overtuigd dat een stal met honderden dieren burgers blij kan maken. „Je moet er voor de mensen alleen wel een beleving van maken, een attractief kijkspel zoals in een dierentuin. Stel de koe centraal, geef haar alle ruimte voor natuurlijk gedrag en laat dat zien. En wees transparant, zodat de mensen kunnen zien dat de koeien het naar hun zin hebben.”
Verminderen van lasten
De eisen die aan een stal gesteld worden, moeten daarom niet alleen gericht zijn op het verminderen van de lasten, zoals stank, lawaai, licht en ammoniak, vindt Galama. „De eisen moeten zich ook richten op de lusten, op de beleving. Dat betekent een stal ontwerpen die het landschap en het welzijn van de dieren verrijkt. Dit zou elke melkveehouder met veel dieren moeten nastreven. Het is de enige manier om maatschappelijk draagvlak te krijgen. Geef voorbijgangers de kans om te laten zien hoe koeien afkalven of hoe je ze melkt. Denk ook aan het toepassen van familiekuddes, waarbij de kalveren langer bij de koe blijven. En laat geen discussie bestaan over ruimte en welzijn. Dat moet goed zijn, wat ook inhoudt dat koeien in een megastal te allen tijde buiten moeten kunnen komen.”
Lees het hele artikel in de nieuwe Boer & Bouw. Ontvangt u Boer & Bouw niet? Vraag dan hier een exemplaar aan.
Tekst: Waldemar Ysebaert
Beeld: Ellen Meinen