'Fosfaatrechten en grondgebondenheid een groot dilemma'
Brandsma ziet een groep extensieve veehouders die roept om extra fosfaatrechten omdat zij beweren het enige goede voorbeeld te geven van hoe de Nederlandse melkveehouderij er uit zou moeten zien. Een andere groep pleit sterk voor meer melkproductie in de noordelijke provincies omdat daar meer grondgebonden geproduceerd kan worden.
Friesland ook klein mestoverschot
Zelf komt Brandsma tot een andere conclusie. Zo heeft Friesland, als één van de meest extensieve provincies, ook een klein overschot aan mestproductie. Ongeveer 50 procent van de Friese boeren heeft namelijk een mestoverschot en de andere 50 procent produceert minder mest dan ze op hun eigen grond kwijt kunnen. Er zou dus een evenwicht zijn aan hoeveelheid mest.
Volgens Brandsma zullen extra fosfaatrechten voor de extensieve boer betekenen dat deze bij andere veehouders vandaan gehaald moeten worden. „Dat is de kern van een hele lastige discussie”, stelt de LTO-bestuurder.
Maïs-mestcontracten
Brandsma geeft aan dat LTO-Noord staat voor verantwoorde, grondgebonden groei. De organisatie wil grondgebondenheid breder definiëren dan alleen de grond die op de Gecombineerde Data Inwinning (GDI) staat. Daarbij noemt de bestuurder onder andere de zogenaamde maïs-mestcontracten. „Is dat ook geen grondgebonden melkveehouderij?”, vraagt Brandsma zich af. Volgens haar zal LTO-Noord zich daarom inzetten om ook andere gronden die gebruikt worden in de melkveehouderij mee te laten tellen binnen een grondgebonden melkveehouderij.