'Stierindexen moeten en kunnen stabieler'

De indexdraai van augustus heeft nogal wat stof doen opwaaien. De voormalige internationale genomicstopper Amighetti Numero Uno stelt op basis van zijn eerste Nederlandse dochter-index ernstig teleur. Niet alleen qua productie, maar ook op het gebied van beenwerk. Met een fokwaarde beenwerk van slechts 92 is hij ineens volstrekt onbruikbaar.
Niet zo slecht als het zich laat aanzien
Waarschijnlijk is Numero Uno (klik hier voor zijn Nederlandse index) op basis van zijn genomics te hoog ingeschat. Maar of hij zo slecht is als dat het zich nu laat aanzien, is nog de vraag. Er zijn slechts 33 Nederlandse dochters op 18 verschillende bedrijven gekeurd. In Canada zijn er 210 dochters ingeschreven en komt hij tot een fokwaarde beenwerk van +13 (110 à 111 op de Nederlandse basis), terwijl de 769 in Amerika gekeurde dochters voor een fokwaarde van +1.49 zorgen. „Anderhalve standaardafwijking bovengemiddeld, dus op Nederlandse basis circa 106. Maar er is enig genetisch niveauverschil en dus zou een waarde ergens tussen de 100 en 103 realistischer zijn dan 92”, aldus onafhankelijk fokkerijadviseur Huub Peek.
Lees het volledige interview met Huub Peek, evenals reacties van GES-coördinator Roel Veerkamp en hoofd van de AEU (het voormalige NRS) Gerben de Jong in het vakblad Melkvee van zaterdag 26 september. In het artikel laten tevens de importeurs weten waarom ze gebruik maken van Nederlandse of buitenlandse fokwaarden en vertellen KI's waarom ze wel of niet vaarzen laten bijkeuren.
Tekst: Anne Hiemstra