BEX-voordeel 2015 15% lager

Dat concludeert DLV op basis van gegevens van ruim 200 bedrijven waarvoor zij een prognose voor de fosfaatproductie voor 2015 berekende.
In 2014 was het gemiddelde fosforgehalte in het aangelegde ruwvoer 2,1 gram per kilo droge stof voor maïs en 4,4 gram per kilo droge stof voor gras. Dat is respectievelijk 0,2 gram per kilo droge stof en 0,4 gram per kilo kg droge stof hoger dan het langjarig gemiddelde. In een gemiddeld rantsoen stijgt het fosforgehalte daardoor van 3,7 naar 4,0 gram per kilo droge stof.
Rantsoen grote invloed
Door de stijging van het fosforgehalte in het rantsoen daalt volgens DLV het BEX-voordeel met 9 procent. Daarnaast zorgen aanpassingen in de forfaitaire normen voor een daling van het BEX-voordeel van 6 procent. Dat betekent een totaal verschil van 15 procent. Een bedrijf dat in 2014 een BEX-voordeel had van 15 procent zal dus naar verwachting in 2015 geen voordeel meer hebben, aldus DLV.
Minder koeien
Door het tegenvallende BEX-voordeel in de prognoses verwacht DLV extra mestafzet. Met de invoering van fosfaatrechten in 2016 zal een tegenvallend BEX-voordeel tevens betekenen dat er minder dieren gehouden mogen worden. Tijdig de ontwikkeling van de fosfaatproductie in beeld brengen voorkomt verrassingen, zo luidt het advies.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Tekst: DLV
Beeld: Agrio archief