Intensieve monitoring diergezondheid van start in Koe en Eiwit
De eerste bezoeken zijn al in september geweest. Bij verlaging van het RE in het rantsoen verwachten veel melkveehouders een teruglopende melkproductie, verminderde weerstand en vruchtbaarheidsproblemen bij hun koeien. Die onrust over effecten op diergezondheid is vooral ontstaan naar aanleiding van de ‘tijdelijke regeling eiwitgehalte in het krachtvoer’ vanuit LNV in 2020, waarin normen werden genoemd voor maximale gehaltes RE in het krachtvoer, legt Axel van Ruitenbeek uit. Hij is trekker van de monitoringsgroep en als dierenarts en onderzoeker voeding & gezondheid van herkauwers verbonden aan Wageningen Livestock Research.
Hoewel die regeling uiteindelijk niet door ging, maken boeren zich toch zorgen over het verlagen van eiwit in het rantsoen, aldus Van Ruitenbeek. 'Het is dan ook niet meer dan logisch dat we in ons project, waarin het draait om een lager RE, de zorg om diergezondheid een plaats geven. En deze nauwlettend gaan monitoren.'
Signalering
Bij de intensieve monitoring draait het vooral om signalering, niet om onderzoek. 'We willen eventuele veranderingen signaleren bij bedrijven die naar 155 RE bewegen op bedrijfsniveau. Op basis van die signalen inventariseren we de mogelijke risico’s en perspectieven van een rantsoen van 155 RE.'
In het leven van een koe zijn er verschillende transitieperiodes waarin de rol van eiwit heel belangrijk is, geeft Van Ruitenbeek aan. Wat doet het eiwit in welke periode, waar wordt het voor gebruikt? En, als er te weinig is, (hoe) kan een koe dat dan compenseren? 'Een tekort kan leiden tot problemen, maar een verlaging leidt niet automatisch tot een tekort.'
20 bedrijven
Aan de monitoringsgroep doen 20 geselecteerde bedrijven mee. Voorwaarde voor selectie was dat de bedrijven een nauwkeurige dierziekteadministratie bijhouden, meer dan 70 melkkoeien hebben en een productieniveau van meer dan 8.000 kilo melk. Daarnaast moesten ze eigen jongveeopfok hebben en deelnemen aan de Melkproductieregistratie (MPR).
Bij de selectie is ook het criterium gehanteerd van 6 à 7 bedrijven per grondsoort (klei, veen en zand), en per grondsoort een evenwichtige verdeling van het RE-gehalte in het rantsoen uit de KringloopWijzer van 2020.
Behalve de intensieve monitoring van 20 bedrijven zal gedurende het project ook algemene monitoring plaatsvinden van alle deelnemende 153 bedrijven aan Koe en Eiwit. Dit gebeurt aan de hand van de jaarlijkse Koemonitor, beschikbare MPR-uitslagen en een halfjaarlijkse enquête. Het project loopt in totaal 4 jaar. De deelnemers hadden bij aanvang een gemiddeld RE in het rantsoen van 167, met een spreiding van meer dan 170 RE tot onder de 155.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Agrio
Bron: Verantwoorde Veehouderij