Antwoord Romijn op vragen fosfaatrechten
1. Welke koeien tellen mee?
„Melkkoeien en jongvee. Als voorbeeld: je telt het aantal koeien en vermenigvuldigt dit met de gebruiksnormen (die zijn te vinden op de site van RVO). Voor melkkoeien geldt een forfait van gemiddeld 43 kilo kilo fosfaat. Jongvee ouder dan een jaar noteert 21,9 kilo fosfaat en jongvee jonger dan 1 jaar komt uit op 9,6 kilo fosfaat. Dat bij elkaar opgeteld is het recht op fosfaat wat een bedrijf heeft.”
2. Wat is dan precies de referentie voor het aantal koeien?
„Het referentiejaar is 2014. Het gemiddelde aantal koeien wat een bedrijf toen had, is leidend. Een correctie volgt op het jaar 2015 tot aan 2 juli. Bedrijven zaten in onzekerheid en wisten niet precies waar ze aan toe waren. Daarom heeft de staatssecretaris ervoor gekozen om ook de koeien die tot 2 juli van dit jaar zijn gehouden, mee te nemen. De rekensom is hier wederom: 10 koeien meer vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 43 kilo fosfaat, het extra fosfaatrecht is dan 430 kilo.”
3. Dus melkveehouders die zijn begonnen met melken in 2015 of de afgelopen maanden ontzettend zijn gegroeid, krijgen voor al hun koeien fosfaatrechten?
„Klopt. Anders zouden deze bedrijven toch onder een knelgevallenregeling komen en dan alsnog de rechten toegekend krijgen. Daarom is ervoor gekozen om die bedrijven ook fosfaatrechten te geven.”
4. Hoe zit het met bedrijven die in 2014, begin 2015 minder koeien hielden dan daarvoor door bijzondere omstandigheden? „Het kan zijn dat sommige melkveehouders te maken hebben gehad met een langdurig ziekbed en daarom minder vee hielden dan de jaren ervoor, of brand waardoor niet gemolken kon worden. Zij vallen waarschijnlijk onder een knelgevallenregeling. Maar knelgevallen zijn vaak breed definieerbaar. Welke gehonoreerd worden, is nu nog onduidelijk.”
5. Hoe worden de rechten uiteindelijk verdeeld?
„Het fosfaatplafond is gezet op 85 miljoen kilo. Als blijkt dat 87 miljoen nodig is om alle bedrijven recht te geven, gaat de staatssecretaris afromen. Dat gaat verhoudingsgewijs. Bedrijven die het meest bijdragen aan het fosfaatoverschot, krijgen dan de minste rechten. Niemand weet nu hoeveel procent het overschot is.”
6. Is de nieuwe wetgeving nadelig voor extensieve melkveehouders?
„Natuurlijk zou iedereen meer willen groeien. Het is jammer dat het zover is gekomen, niemand zat op een nieuwe regelgeving te wachten. En iedere veehouder die nog wil groeien, moet daarvoor fosfaatrechten kopen. Maar LTO heeft gepleit voor het ontzien van extensieve melkveehouders. Dat is gelukt. Want naast fosfaatrechten zijn mestverwerking en het aantal hectares grond belangrijk. Leidend als het gaat om de mest, zijn de regels in de AMvB. Extensieve bedrijven met genoeg grond moeten om te kunnen groeien, alleen fosfaat rechten kopen. Intensieve bedrijven daarentegen moeten verplicht aan mestverwerking gaan doen en meer grond kopen. Een voorbeeld: bij een productie van fosfaat boven de 50 kilo per hectare, moet de helft van de geproduceerde mest van één koe worden afgevoerd.”
7. Hoe zit het met de fosfaatrechten van in 2014 gestopte melkveehouders?
„Bedrijven die in 2014 of later zijn gestopt, krijgen fosfaatrechten toebedeeld. Zij kunnen die verzilveren. Over de bedragen is nog niets te zeggen. Uiteindelijk zal de markt dat bepalen. Melkveehouders die ruimte over houden op de fosfaatrechten, kunnen kiezen: rechten verkopen of meer dieren houden.”
8. Mogen melkveehouders onbeperkt vleesvee houden?
„De wetgeving is geldig voor melkvee en jongvee dat bestemd is als melkvee. De fosfaatrechten zijn dus van toepassing op alle dieren die op een bedrijf worden aangehouden om op te groeien als melkkoe. Koeien bestemd voor de vleesproductie zijn vrij van fosfaatrechten. Daarmee is dus een stal te vullen, die niet langer met melkkoeien gevuld mag worden. Net als dat er geen fosfaatrechten gelden voor geiten, honden of bijvoorbeeld paarden. Alleen voor melkvee, varkens en kippen geldt een beperking op deze wijze. Die overigens niet onderling is uit te wisselen. Dus een melkveehouder kan niets met de fosfaatrechten van een pluimveehouder."
9. Wat is de invloed van fosfaatrechten op het verwerken van mest?
„Er ontstaat nu al een run op vervangende overeenkomsten in de mestverwerkingscapaciteit. Melkveehouders zoeken naar ruimte om mest op af te zetten, wanneer het fosfaat overschot boven 50 kilo per hectare uitkomt. Daarnaast groeit het aantal bedrijven dat aan mestverwerking doet nu hard.”
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Agrio archief