Minder kosten mestafzet project Vruchtbare Kringloop

Dit blijkt uit de resultaten van de ingevulde Kringloopwijzers van 2013 en 2014.

De nieuwste cijfers zijn vandaag gepresenteerd tijdens de open dag op proefboederij De Marke in Hengelo (GD). Doordat de fosfaatexcretie in 2014 gemiddeld 1,1 kg per ton melk lager lag dan in 2013 hebben de deelnemers aan de Vruchtbare Kringloop een lager fosfaatoverschot gerealiseerd. Daardoor hoefden deze bedrijven minder mest af te voeren. Op deze manier is er gemiddeld per bedrijf ruim 6000 euro bespaard op mestafzetkosten.

Betere benutting

Op de bedrijven van de deelnemers aan de Vruchtbare Kringloop waren de bedrijfsoverschotten per hectare van zowel stikstof als fosfaat in 2014 een stuk lager dan in 2013. De oorzaak van deze daling is de forse verbetering van de benutting in de bodem. De stikstofbenutting nam toe van 65 naar 75 procent en de fosfaatbenutting van 88 naar 122 procent. Zowel bij grasland als bij maïsland is er in 2014 gemiddeld meer fosfaat aan de bodem onttrokken dan toegediend.

‘Vorig jaar was natuurlijk een uitermate groeizaam jaar, er is meer gewas van de percelen gehaald, Het bodemoverschot, het verschil tussen de bemesting en wat er geoogst wordt, was in 2014 lager. Het weer heeft hierbij een grote rol gespeeld. We zijn dan ook erg benieuwd wat de veehouders dit jaar doen’, licht Gerjan Hilhorst, onderzoeker op De Marke en onderzoeker bij Wageningen UR, toe.

Opvallend is ook de relatief hoge fosfaatbenutting van de veestapel: vorig jaar zo’n 33 procent. Hilhorst wijt dat aan de hoge melkproductie (gemiddeld 8.630 kg/koe/jaar), weinig jongvee en veel maisinput. ‘Hiermee kunnen deze melkveehouders nog veel bereiken in de KringloopWijzer.’

Vakmanschap

Voor het stiksfofoverschot blijkt weidegang of opstallen niets uit te maken. Hilhorst: ‘Het gaat er om dat je het op de goede manier doet. Een analyse van WUR wijst dat ook uit. Vakmanschap wordt zowel bij weidegang als bij opstallen beloond met een lagere N- en P- excretie (BEX) en een hogere P-opbrengst van het grasland (BEP), luidde de conclusie.'

De deelnemende melkveehouders aan Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers hebben het afgelopen jaar de bodem van hun percelen kritisch onder de loep genomen. Belangrijkste conclusie is dat het verhogen van het organische stof-gehalte en voorkomen en opheffen van verdichting belangrijke verbeterpunten zijn.

Grote verschillen

Gemiddeld waren de mais- en grasopbrengsten in 2014 flink hoger. Wel bleken veel deelnemers nog kunstmestfosfaat te hebben toegepast, iets dat dit jaar niet meer is toegestaan. Het bodemoverschot van stikstof bleek vorig jaar licht gestegen, van 53 naar 68 kg/ha. ‘Dit is geen gunstige ontwikkeling’, aldus Hilhorst. ‘Met name in maisland spoelt de stikstof snel uit.’

Ondanks het goede ruwvoerjaar van vorig jaar zaten in de groep van 214 boeren grote verschillen in grasopbrengsten. De 25 procent met de laagste opbrengst oogstte 8.440 kg droge stof per ha, de 25 procent met de hoogste opbrengst ruim 13.000.

Uitdaging 2015

In het samenwerkingsproject van LTO Noord, Waterschap Rijn en IJssel, ForFarmers, Rabobank en Vitens zijn een efficiënter, duurzamer gebruik van mest en mineralen. De uitdaging voor 2015 is om ook onder minder goede weersomstandigheden opnieuw goede opbrengsten en benuttingscijfers te behalen met de juiste managementmaatregelen. Denk hierbij aan het verminderen van het aantal jongvee, de juiste bandendruk op het land voor een goede bodemstructuur, het maken van bodemconditiescores en mestplannen.

Verder werkt Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers aan een pilot voor het gebruik van mestconcentraat. Demovelden zijn uitgezet. In de loop van het groeiseizoen moet duidelijk worden wat het effect is van het gebruik van mineralenconcentraat.

Meer informatie op www.vruchtbarekringloop.nl