Nieuw-Zeelandse boeren gaan betalen voor uitstoot broeikasgas
Nieuw-Zeeland telt circa 5 miljoen inwoners, circa 10 miljoen stuks rundvee (6,3 miljoen melkkoeien) en 26 miljoen schapen. Bijna de helft van alle broekasgasemissies komen voor rekening van de landbouw, zo is becijferd. Nieuw-Zeeland wil per 2050 CO2-neutraal zijn. Als onderdeel van die plannen moet de dierlijke methaanuitstoot met 10 procent worden teruggedrongen in 2030 en met 47 procent in 2050.
Sinds 2019 zijn boerenorganisaties hierover in gesprek met de overheid. In eerste instantie zou de veehouderij via het New Zealand Emssions Trading Scheme sectorbreed worden afgerekend. Zoals het plan nu is, worden ze individueel afgerekend op basis van uitstoot, en wordt er gedifferentieerd naar types gas, waarbij er voor kortlevende broeikasgassen zoals methaan minder hoeft te worden betaald dan voor broeikasgassen die niet zo snel afbreken. Wat er per gas betaald moet worden, is nog niet vastgesteld.
Bomen aanplanten
Daarbij kunnen boeren nu ook hun uitstoot compenseren middels het aanplanten van bomen op hun bedrijf. Maar de manier waarop dat verrekend wordt, stuit boeren tegen de borst. Zo vindt voorzitter Jim van der Poel van de Nieuw-Zeelandse melkveehoudersorganisatie DairyNZ dat de waarde van bomen te laag wordt ingeschat. Bovendien is het aantal categorieën in het definitieve voorstel te ver ingekrompen; houtwallen, bosjes en individuele bomen tellen nu niet meer mee. DairyNZ heeft al toegezegd te komen met een eigen zienswijze op het plan.
Boerenvoorman Andrew Hoggard van de Federated Farmers vreest dat kleinere vleesvee- en schapenbedrijven massaal gaan inkrimpen, en het vee verruilen voor bomen om onder de broeikasgasheffingen uit te komen. Bovendien wil de overheid de grond die in gebruik is voor vleesvee- en schapenhouderij met 20 procent terugdringen per 2030, waar het melkvee-areaal maar 5 procent hoeft in te krimpen. Ook moet reeds bestaand bos op agrarische bedrijven vanaf dag 1 meetellen, vindt Hoggard: Nieuw-Zeelandse vleesvee- en schapenhouders hebben nu al 1,4 miljoen hectare bos in beheer.
Productie verplaatst
De overheid verwacht dat veehouders hun klimaatvriendelijke producten straks voor een betere prijs kunnen verkopen. Vanuit de sector klinkt echter ook de vrees dat het hele plan een averechts effect gaat hebben, als boeren hun productie inkrimpen. Dan verplaatst de productie zich, en dat gat in de markt zal dan worden opgevuld door landen die minder milieuvriendelijk werken, voorspellen ze.
De carbon footprint van de op volledige weidegang gebaseerde Nieuw-Zeelandse zuivelsector ligt bovendien al zeer laag, op slechts 0,77 kilo CO2-equivalenten per liter meetmelk. Ter vergelijking: in Nederland is dat circa 1,32 kilo.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Christina Maiia, via Unisplash