GD: meer aanvoer dieren met lagere gezondheidsstatus

Om problemen en extra kosten voor het bloedtappen van aankoopdieren te voorkomen kunnen veehouders volgens de GD het beste dieren kopen van bedrijven met gelijke statussen. Daarbij adviseert de Gezondheidsdienst ook om bij import naar (landelijke) dierziektestatussen of uitslagen te informeren. Als voorbeeld wordt leptospirose genoemd. Daarbij is het van belang te weten dat deze aandoening in andere Europese landen nog algemeen voorkomt, terwijl Nederland een gunstige situatie heeft.

Aanvullend onderzoek

Wanneer veehouders toch dieren aanvoeren die een lagere status hebben dan hun bedrijf, is er na aanvoer acht weken de tijd om onderzoek te laten verrichten. Daarbij kan het best overlegt worden met de dierenarts, wanneer, voor welke aandoening het beste aanvullend onderzoek kan gedaan worden. Het advies is om nieuwe dieren in quarantaine te plaatsen tot de uitslagen bekend zijn. Bij import is het afhankelijk van het land en de test of een status of uitslag geldig is bij GD.