Agrimonitor 2022: Melkveehouderij wordt positiever door consument gewaardeerd
Nederlanders blijven dus positief over de agri- en foodsector. Bij sommige sectoren is er een kleine daling in waardering zichtbaar, maar niet aantoonbaar. Alleen de waardering voor de supermarkten is aantoonbaar licht gedaald, al blijft die waardering positief. In vergelijking met referentiesectoren zoals de kledingsector, farmaceutische industrie of de energiebedrijven springt de agri- en foodsector er als geheel positief bovenuit.
De betrokkenheid van consumenten bij de sectoren en de reputatie van de sectoren zijn de belangrijkste twee factoren om de maatschappelijke waardering te verklaren. Die betrokkenheid van consumenten bij de sectoren is inmiddels de grootste factor in de verklaring van de maatschappelijke waardering geworden in plaats van reputatie. Met andere woorden, de consument gaat voedsel en de wijze waarop dit wordt geproduceerd steeds belangrijk vinden en wil de verbinding maken met boeren. Voor boeren kan dit gegeven weer belangrijk zijn om de consument meer te laten zien van het productieproces en wellicht zelfs meer te betrekken, bijvoorbeeld door boer-burgercoöperaties.
Geen plant, wel vlees
Een opmerkelijk uitkomst van de Agrimonitor 2022, alhoewel menig boer dat al wist, is dat Nederlanders zeggen open te staan om zuivel, vlees en eieren te vervangen door plantaardige alternatieven, maar dit niet uit hun gedrag blijkt. Willen is dus niet automatisch doen, valt uit de Agrifoodmonitor 2022 op te maken. Uit de onderzochte gedragsfactoren motivatie, capaciteit en gelegenheid blijkt dat Nederlanders vooral de capaciteit (kennis en vaardigheden) missen om met plantaardige alternatieven uit de voeten te kunnen. Ze weten bijvoorbeeld niet goed hoe ermee te koken, recepten aan te passen of een gebalanceerd dieet te volgen. Ook ervaren ze in het algemeen nog nauwelijks sociale druk uit hun omgeving om plantaardige alternatieven te eten.
83 procent vindt vlees lekker
Of dit de daadwerkelijke reden is, valt te betwijfelen. Zo geeft een onafhankelijk onderzoek aan van de twee belangenbehartigers van de pluimvee- en varkenshouderij, NVP en POV, dat 63 procent van de Nederlander vlees eten belangrijk vindt; tegen 7 procent onbelangrijk. 83 procent zegt vlees lekker te vinden. Zelfs van de PvdD leden zegt 63 procent vlees lekker te vinden. 90 procent geeft verder aan varkensvlees te eten vanwege de prijs. 62 procent zegt nooit vlees te vervangen met plantaardige producten; tegen 16 procent die dat wel regelmatig doet. Het onderzoek van de belangenbehartigers geven dus vooral aan dat de consument vlees te veel waardeert om dit te vervangen. Gebrek aan receptenkennis of kookkunsten zal een onderdeel zijn waarom mensen niet meer plantaardig eten, maar wellicht niet zo nadrukkelijk als de Agrimonitor in haar persbericht beschrijft.
Egocentrische waarden belangrijker dan duurzaamheid
Nederlanders vinden duurzame voedselwaarden belangrijk, maar waarden gericht op persoonlijk voordeel blijken nóg belangrijker. Deze persoonlijke waarden zijn volgens Agrimonitor vooral de smaak, versheid, veiligheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid en gezondheid. Deze zogenoemde egocentrische waarden vinden consumenten belangrijker dan duurzaamheidswaarden.
De belangrijkste duurzame waarden zijn volgens consumenten voedselverspilling tegengaan, rechtvaardigheid, natuurlijk, dierenvriendelijk en transparantie (open en eerlijke communicatie over productie van voedsel). Consumenten geven aan de duurzame waarden milieu-, klimaat- en diervriendelijk over het algemeen redelijk te herkennen op een product. Omdat consumenten deze waarden duidelijk belangrijk vinden, valt op dit punt nog wat te verbeteren. Hierin lijkt de Agrimonitor zichzelf wat tegen te spreken, omdat juist egocentrische waarden belangrijker zijn dan duurzaamheidswaarden. Die egoceentrische waarde levert de Nederlandse landbouw volop, waardoor het niet vreemd is dat de consument een hoge waardering heeft voor alle landbouwsectoren.
Consumenten hebben daarnaast vertrouwen in de duurzaamheid van producten uit de verschillende sectoren. Deze factor speelt echter, zoals hierboven ook aangegeven, een kleine rol in het verklaren van maatschappelijke waardering voor de agri- en foodsector. Nederlanders zien dat sectoren zich inzetten voor duurzaamheid.
Oekraïne-oorlog
Er is door Agrimonitor ook gekeken naar de impact van actuele gebeurtenissen. De monitor laat zien dat de oorlog in Oekraïne meer indruk maakt op consumenten dan de boerenprotesten, maar dat de oorlog geen effect heeft op de waardering voor de Nederlandse agri-en foodsector. Consumenten geven over het algemeen aan dat zij sinds de oorlog in Oekraïne speelt nagenoeg evenveel voedsel zijn blijven kopen, maar wel iets meer lokale producten en goedkopere alternatieven dan normaal. Ook herkennen zij door de oorlog in Oekraïne prijsstijgingen van voedsel, energie en brandstof.
Impact boerenprotest minimaal
Boerenprotesten hebben een kleine relatie met de maatschappelijke waardering. Hoe meer impact de protesten op het persoonlijke leven van mensen hebben, zoals annulering van plannen, des te negatiever de waardering van de sector is. Mensen die meer positieve emoties bij de boerenprotesten ervaren, waarderen de Nederlandse agri- en foodsector juist meer. De waardering wordt dus in kleine mate en zowel positief als negatief beïnvloedt door de boerenprotesten. Betrokkenheid, reputatie en vertrouwen blijken vele malen belangrijker dan de protesten om de waardering voor sectoren te verklaren.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Agrimonitor