Kali in maïs veel belangrijker dan fosfaat
Bij deze proef wordt maïs verbouwd zonder toediening van organische mest, maar alleen met kunstmest. Bij de proef wordt per strook één element (stikstof, fosfaat, kali, magnesium, koper of borium) weggelaten. Bij één strook zijn wel alle elementen toegediend. Deze proef wordt al 60 jaar op hetzelfde perceel herhaald zodat ook het verloop door de jaren heen zichtbaar is. De proef doet het PPO in samenwerking met Agrifirm.
Uit de resultaten van de proef blijkt dat bij een gebrek van zowel kali als stikstof de laagste opbrengst wordt gehaald, respectievelijk 9 ton drogestof bij gebrek van stikstof en 10,8 ton drogestof bij het ontbreken van kali. Dit is (bijna) een halvering van de opbrengst wanneer alle nutriënten wel worden toegediend (18,3 ton drogestof). Ook het ontbreken van borium kost behoorlijk wat opbrengst (13,5 ton drogestof).
Fosfaat nauwelijks van invloed
Het ontbreken van fosfaat blijkt nauwelijks van invloed te zijn op de drogestofopbrengst. (17,7 ton drogestof). Ook het ontbreken van koper en magnesium kosten weinig tot geen opbrengst (respectievelijk 17,9 ton en 19,8 ton drogestof).
Volgens Toine Heijmans, productmanager ruwvoermanagement bij Agrifirm, wordt er in de praktijk veel aandacht gevestigd op fosfaat, terwijl een element als kali veel belangrijkrijker is. „Vanuit de aangescherpte regelgeving op het gebied van fosfaatbemesting is het ook wel begrijpelijk dat veehouders dit als beperking zien, maar als we de resultaten van het gebreksziekteveld zien dat blijkt het beperken van fosfaat lang niet zoveel invloed heeft op de opbrengst dan bijvoorbeeld kali.”
Tot 2-bladstadium kali bemesten
Vooral op droogtegevoelige zandgronden noemt Heijmans het belang van kali. „Kali zorgt voor voldoende wortelontwikkeling. Bij droogte moet de plant voldoende diep geworteld zijn om toch vocht uit de grond te kunnen halen. Veehouders doen er verstandig aan om goed te kijken wat de bodemvoorraad aan kali is en hoeveel kali er met drijfmest wordt toegediend. Aan de hand daarvan kan berekend worden hoeveel kali er nog bijbemest moet worden. Dit kan nog tot het 2-bladstadium.”
Waarom de strook zonder koperaanvulling een hogere opbrengst geeft dan het veld waar alle elementen wordten bemest, durft Heijmans niet te zeggen. „Ik denk niet dat je kunt zeggen dat koper negatief werkt op de opbrengst. Dan zouden we dit verschil elk jaar terug moeten zien en dat is niet het geval.
Zie hieronder een overzicht van de resultaten van het gebreksziekteveld.