‘Tot 20 procent uiergezondheidsproblemen komt door melkmachine’

De Brits onderzoeker Ian Ohnstad stelde op basis van deze cijfers een aantal belangrijke vuistregels op. Zo moet het melkstel direct worden afgenomen wanneer de melkstroomsnelheid daalt tot 0,3 tot 0,5 kilo per minuut. Bij driemaal daags melken mag er de doorstroomsnelheid bij afname 0,6 tot 0,8 kilo per minuut bedragen. Bij minder dan 20 procent van de kwartieren mag er nog meer dan 100 milliliter melk kunnen worden weg gemolken met de hand, na afname van het melkstel.
Verder stelt Ohnstad dat een goede voorbehandeling bestaat uit het 20 seconden voorstralen en schoonmaken van de spenen per koe. De vuistregel is dat een rustige koe die goed wordt voorbehandeld ongeveer 50 procent van haar totale melkproductie produceert in de eerste 2 minuten na aanhangen van het melkstel.
Een aanwijzing voor een ondermaats melkproces is het aantal koeien dat mest in de melkstal of robot. Dit mag volgens de Britse onderzoeker niet meer dan 5 procent zijn. Is dit hoger dan wijst dit op stres. Dit kan onder ander komen door een foute melkroutine of het niet goed functioneren van de melkmachine.
Bètacaroteen
De Nieuw Zeelandse onderzoeker Scott McDougall vertelde tijdens het congres over de meerwaarde van het toedienen van bètacaroteen, specifiek een makkelijk opneembare vorm (geoxideerd). Koeien met een celgetal van meer dan 200.000 cellen per milliliter reageren daar over het algemeen goed op, stelt McDougall. Dieren die enkel oraal bètacaroteen kregen toegediend, zonder antibiotica of ontstekingsremmer, hadden minder snel last van klinische mastitis. De onderzoeker geeft als mogelijke verklaring een snellere herkenning van de bacteriën in de melk door de aanwezige cellen.
De Braziliaanse Nayara Magalhaes Goncalves stelde dat hoogproductieve melkkoeien die tussen 70 en 100 dagen na kalven een milde klinische uierontsteking doormaken, uiteindelijk tussen de 8,5 en 16,5 minder melk produceren.