Drie robotkenmerken bij indexdraai april

Eens in de vijf jaar kent de fokwaardeschatting een basisaanpassing. De eerstvolgende staat gepland voor april 2015, waardoor het weer even wennen wordt aan de betekenis van de nieuwe cijfers.
Drie robotkenmerken
Daarnaast introduceert de stichting Genetische Evaluatie Stieren (GES) in april drie robotkenmerken: AMS-efficiëntie, melkinterval en gewenning van vaarzen. De AMS (automatisch melksysteem)-efficiëntie is de geproduceerde hoeveelheid melk in kg per totale AMS-tijd (de tijd die een koe in de robot bivakkeert) in minuten. Er is overigens een sterk verband tussen dit kenmerk en het kenmerk melksnelheid (correlatie 0,95).
Gewenning van vaarzen
Het melkinterval is de tijd tussen twee opeenvolgende geslaagde melkingen en de gewenning van vaarzen is de snelheid waarmee vaarzen gewend raken aan het AMS. Daarbij wordt het melkinterval in de periode direct na afkalven (week 1, 2 en 3) vergeleken met de periode later in de lactatie (week 10, 11 en 12).
80.000 kilo melk extra
De drie fokwaarden worden uitgedrukt op een relatieve schaal met een gemiddelde van 100 en een spreiding van 4 punten. Wanneer op een veestapel met een gemiddelde fokwaarde van 100, stieren gebruikt worden met een AMS-efficiëntie van 108, resulteert dat in een stijging van 80.000 kilo melk per robot per jaar en/of kunnen er zeven koeien extra per dag door een AMS worden gemolken.
Drachtpercentage
GES introduceert per april ook vruchtbaarheid bij pinken. Er zijn twee onderdelen, het percentage dracht na een inseminatie (dat wordt ook bij koeien geïntroduceerd) en de leeftijd bij de eerste inseminatie. Het drachtpercentage, ook wel de ‘conception rate’, is wanneer de eerste inseminatie tot de geboorte van een kalf leidt 100 procent, wanneer er een tweede inseminatie nodig is 50 procent en wanneer er uiteindelijk geen kalf wordt geboren 0 procent. Ook de fokwaarde van deze kenmerken wordt in een relatieve schaal uitgedrukt.
Exterieur
Verder wordt de bovenbalk voortaan berekend uit de onderbalk en niet meer uit de bovenbalkscores van de inspecteur. Het voordeel daarvan is dat de omrekening tussen landen gemakkelijker wordt en er bovendien een snelle aanpassing mogelijk is bij een verandering van een kenmerk of fokdoel. Het nadeel is dat details die de inspecteur ziet en die niet in de onderbalk zitten, verloren gaan. In de bovenbalk wordt robuustheid vervangen door type, maar ondergaat het frame de grootste verandering. De hoogtemaat wordt namelijk minder van invloed.
Melkstieren stijgen
De verandering die de grootste impact zal hebben, is de wijziging van de Inet. FrieslandCampina heeft de uitbetaling van de melk aangepast. De negatieve grondprijs voor melk is veranderd in een systeem met betaling voor lactose. De Inet wordt daardoor als volgt: 0,3 x lactose + 2,1 x kg vet + 4,1 x kg eiwit (correlatie met oude Inet is 0,98). Het effect is dat melkstieren stijgen en dat de gehalten minder belangrijk worden.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Susan Rexwinkel