Dijksma stelt invulling melkveewet uit

Eerder had Dijksma aan de Eerste Kamer de verwachting uitgesproken dat de invulling van de AMvB voor 1 maart zou zijn geregeld.
Zorgvuldig
Volgens de staatssecretaris is het van belang dat er snel duidelijkheid komt over de invulling van de AMvB, maar moet het ook zorgvuldig gebeuren. Dit kost meer tijd dan ze had verwacht. „Een goed evenwicht tussen snelheid en zorgvuldigheid maakt echter dat ik verwacht de AMvB in de loop van maart aan beide Kamers aan te kunnen bieden.”
In alle gevallen geldt dat de beperkingen die in de AMvB worden gesteld, pas gelden nadat de AMvB van kracht gaat. Na inwerkingtreding van de AMvB zullen melkveehouders jaarlijks hun overschrijding van de fosfaatreferentie moeten verantwoorden via grond en deels eventueel door verwerking, op de wijze zoals in de AMvB zal staan. De verantwoording via grond gebeurd dan door de opgave van grondgebruik in de GDI, die jaarlijks voor 15 mei moet worden gedaan.
Overleg met sector
Dijksma zegt toe dat ze, voordat de AMvB aan de kamers wordt aangeboden, bestuurlijk overleg zoekt met de betrokken partijen uit de sector (LTO, NZO, NMV en NAJK) en maatschappelijke organisaties.
Met de genoemde partijen wil Dijksma ook bezien op welke wijze grondgebondenheid zo kan worden ingevuld, dat meer melkveehouders hun dieren gaan weiden. Het stimuleren van weidegang is geen onderdeel van de AMvB, maar de staatsecretaris wil hierover wel nadere afspraken maken met de sector.
Klik hier voor de brief van staatssecretaris Sharon Dijksma