99 procent van de Belgische koeien BVD-vrij

Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (Vilt) geeft aan dat slechts 870 dieren – 0,5 procent - het IPI-statuut (drager van BVD) hebben verkregen. In de eerste maand van onderzoek zijn 171.429 koeien getest. De IPI-statuut is door de landbouwsector in het leven geroepen als onderdeel van het BVD-bestrijdingsprogramma.
Sinds 1 januari 2015 is het in België verplicht om pasgeboren kalveren te bemonsteren voor BVD-onderzoek. Op basis van dat onderzoek krijgen de kalveren een ‘IPI statuut’.
IPI-status
IPI staat voor immunotolerant, persistent geïnfecteerd. Dieren die drager van het BVD-virus zijn, krijgen een IPI-statuut. Dit betekent dat dieren die vrij zijn van BVD, een IPI-vrij status vermelding krijgen. Kalveren die vrij zijn van BVD, krijgen het label ‘IPI-vrij door onderzoek’. Moederdieren die niet positief zijn bevonden op BVD staan vermeld als ‘IPI-vrij door afstamming’.
BVD-dragers afvoeren
Moederdieren van BVD-dragers zijn ‘IPI-verdacht’. Van de in januari 114 IPI-verdachte moederdieren zijn er zeven zelf BVD-drager, dat blijkt uit nader onderzoek.
De Vlaamse Diergezondheidszorg (DGZ) meldt dat 67 procent van de IPI-kalveren is afgemaakt. Vilt sprak BVD-experts, zij beweren dat het virus over een periode van vijf tot zes jaar uitgeroeid kan worden wanneer BVD-dragers consequent worden afgevoerd. Zij adviseren kalveren te euthanaseren. Financieel is het aantrekkelijker om oudere dieren naar het slachthuis af te voeren.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Ellen Meinen