Agrarisch Statenlid mag over stikstofbeleid stemmen
D66 had de Kamervragen gesteld naar aanleiding van een artikel in NRC. Daarin werd gesteld dat ten minste achttien Statenleden sinds 2019 herhaaldelijk hebben meegestemd bij moties omtrent het stikstofbeleid, terwijl zij zelf werkzaam zijn in de agrarische sector.
Particulier belang
Minister Bruins Slot geeft in haar antwoorden aan de Tweede Kamer nu aan dat de wet dit niet verbiedt. Pas als er een eigen, particulier belang gaat spelen, zoals wanneer een motie of een voorgesteld besluit het eigen bedrijf van een Statenlid treft, moet het betreffende Statenlid zich van deelname aan de stemming te onthouden. Er moet dan sprake zijn van een uitdrukkelijk en direct persoonlijk belang.
Geen belangenverstrengeling
Bruins Slot concludeert dat op basis van dit wettelijk kader dat de achttien Statenleden zich niet schuldig hebben gemaakt aan belangenverstrengeling. De Raad van State heeft volgens haar gesteld dat de bepaling in de Provinciewet, waarnaar in het NRC-artikel werd verwezen, strikt moet worden uitgelegd. Het gaat hier namelijk om dat het fundamentele recht van een volksvertegenwoordiger om deel te nemen aan de stemming anders wordt ingeperkt.
Staatsrechtwetenschap
Ook vanuit de staatsrechtwetenschap is betoogd dat de norm inzake stemonthouding zogenaamd restrictief moet worden geïnterpreteerd en zich niet uitstrekt tot algemene belangen die Statenleden ook persoonlijk kunnen raken. Met andere worden: Over zaken die een Statenlid indirect kunnen raken, maar niet direct, mag het Statenlid wettelijk gewoon over stemmen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: CDA
Bronnen: Ministerie Binnenlandse Zaken, Koninkrijksrelaties