Ook snijmais in Noorden begint noodrijp te worden
Johannes Wijbenga van Wijbenga’s Veevoerhandel in Blije merkt dat het gewas op de noordelijke klei begint op te drogen. Er is lange tijd geen regen van betekenis gevallen, vertelt hij; de mais begint noodrijp te worden. „Hoewel klei in principe het langste vocht vast houdt, zien we nu dat de planten onderaan beginnen af te sterven, terwijl de korrels vaak nog niet helemaal zijn afgerijpt. Dan moet je straks kiezen uit twee kwaden: wacht je tot de korrels volledig zijn afgerijpt en haksel je het gewas als stro, of pak je ‘m nog enigszins groen en en accepteer je dat je het laatste zetmeel laat zitten.” Bovendien zijn de kolven vaak niet tot bovenaan gevuld, ziet hij.
Wijbenga hoort ook vanuit midden-Drenthe vergelijkbare geluiden. Hij rekent erop dat de maiskuilanalyses van dit seizoen aanmerkelijk lager zullen uitpakken dan normaal, vanwege de ongelijke afrijping. „Maar als er op korte termijn nog voldoende regen valt, kan de plant nog wel iets herstellen.”
Een goede manier om te kijken of er nog – of weer – een sapstroom is in de mais, is om op kniehoogte een stengel te plukken en om te knakken. Komt er nog vocht uit, dan heeft de maisplant nog een actieve sapstroom, geeft hij aan.
'Bodemgezondheid betaalt zich uit'
Theo Mulder van Mulder Agro uit Kollumerzwaag meldt dat de stand van de mais wisselend is. „Percelen met veel humus, bijvoorbeeld op gescheurd grasland, staan er goed voor. Elk procent humus betekent 400 kuub waterberging”, zegt hij. „Goede bodemgezondheid betaalt zich nu uit. Op schrale zandgronden is de mais nu aan het afsterven.”
Op zich lijkt de kolfvulling rond Kollumerzwaag wel goed, ervaart hij. „We zitten hier op goede vruchtbare grond.” Hij verwacht in doorsnee wel een lagere opbrengst, als gevolg van de droogte. „De groei is er wel uit, de mais wordt een beetje noodrijp.” Mulder rekent dat het met een opbrengst van 40 ton per hectare wel zal ophouden. „De 50 ton gemiddeld, dat halen we niet.”
'Droogte duurt te lang'
Ook vanuit Groningen klinkt de verwachting dat de opbrengst van 2022 lager zal zijn dan andere jaren. „De droogte duurt nu te lang”, zegt Herrald Tjoelker van Tjoelker Fourage uit Leek.
Net als zijn Friese collega’s merkt ook Tjoelker dat de vraag naar ruwvoer toeneemt. De droogte heeft de grasgroei volledig stilgelegd; veel boeren missen een snede en komen daardoor krap in het ruwvoer te zitten. Dat betekent dat de snijmais die er is, eerder voor eigen gebruik wordt aangehouden dan dat het op de markt komt. En als er mais wordt aangeboden, moet er flink voor in de buidel worden getast. Volgens Wybenga uit Blije worden er dikke prijzen geboden voor beregende snijmais. Tjoelker ervaart dat bestaande maiskuilen nu al minstens 50 procent duurder zijn dan vorig jaar. „En wat de prijs van de nieuwe oogst wordt, daar wil ik nog niet over speculeren.”