'Meer meetmelk op Astronaut-bedrijven'
Dat meldt melkrobotfabrikant Lely uit Maassluis naar aanleiding van onderzoek dat het bedrijf in 2013 heeft gedaan onder 500 Nederlandse melkveebedrijven die werken met een Lely-robot.
Volgens Lely zijn de gehaltes vet en eiwit bij haar robotmelkers iets lager, maar omdat er meer melk wordt geproduceerd, ligt de hoeveelheid meetmelk toch hoger.
Celgetal
In het onderzoek is ook gekeken naar het celgetal. Gemiddeld hebben bedrijven met een Lely Pura – de optie op de robot die de tepelvoeringen reinigt met stoom – een lager celgetal dan bedrijven met de standaard Lely wash. Het stomen doodt de meeste bacteriën af en dat verkleint de kans op kruisbesmetting, aldus Lely.
Rubberen tepelvoeringen
Lely melkrobots zijn standaard uitgerust met siliconen tepelvoeringen, omdat die het langste mee gaan. Uit het onderzoek blijkt echter dat bedrijven die rubberen tepelvoeringen gebruiken, gemiddeld een lager celgetal hebben.
Niettemin waarschuwt Lely de gebruikers: ga nu niet ineens alle siliconen tepelvoeringen vervangen. „Het belangrijkste is dat het type tepelvoering past op het bedrijf en bij de bedrijfsomstandigheden. Ga in elk geval eerst in overleg met uw melkwinningsadviseur.”
Maïs in het rantsoen
Verder bleek dat koeien die 40 tot 50 procent maïs in het rantsoen krijgen, aangevuld met gras (vers of kuil) de laagste celgetalscores laten zien. „Zonder mais is de energiebalans – en daaraan gerelateerd de conditie van de koeien – wellicht niet optimaal en dat heeft gevolgen voor het immuunsysteem”, aldus Lely.
Bovendien zijn koeien dan vaak dun(ner) op de mest, waardoor mest en eventuele ziektekiemen makkelijker kunnen worden verspreid, stelt het concern.