Steegink-show in Espelo
Er stonden ruim 70 koeien in de catalogus in Espelo, waarvan er zo’n 50 in de ring verschenen. Ook Espelo is een voorbeeld van een plaatselijke keuring waar de koeien uit een klein gebied komen, maar waar door de liefhebberij in dat gebied jaar in jaar uit een volwaardige keuring van hoog niveau kan worden gehouden. Traditioneel wordt in Espelo begonnen met de oudste koeien. Voor de deelnemers zijn daardoor vooral de vaarzen wat makkelijker op uier te zetten als ze ook mee moeten lopen in de bedrijfsgroep. Voor het beeld van de keuring is een opbouw van jong, met vaak wat meer wisseling in kwaliteit en ontwikkelingsstadium, naar oud, met de imponerende, uitgegroeide, bewezen koeien, mooier.
Adembenemende start van de show
Beginnen met de oudere koeien betekende in dit geval wel dat er begonnen werd met een adembenemende rubriek oudere roodbonten waarin tot achteraan beste koeien liepen en het kopduo ronduit fantastisch was. Keuringsvedette Heerenbrink Truus 4, de algemeen roodbontkampioene van de HHH-show van 2018, stond er schitterend voor en pakte de kop. De best ontwikkelde, zeer fraaie Big Apple-dochter van de maatschap Steegink-van den Berg uit Okkenbroek, het bedrijf van Jan en Thomas Steegink, is inmiddels ruim 8 jaar oud, straalde van kop tot staart en imponeerde met haar best bewaarde, hoge, brede uier en beste benen. Ze werd gevolgd door een koe die in fraaiheid niet voor haar onder deed: Roza 354 van de maatschap Steegink-Boode uit Holten, het bedrijf van Jans broer Wim. De Manhattan-dochter toonde een prachtig melktype en liep op beste benen. In ontwikkeling en vooruier moest ze wat toegeven op Truus 4, maar wat een beste kwaliteitskoe. Daarna volgden nog 5 zeer goede koeien die op vrijwel elke keuring als zeer goede en sterk aanhoudende rubriek zouden zijn omschreven. Daarmee was de beste rubriek van de dag meteen geweest en dat is een nadeel van de gekozen keuringsvolgorde.
Dat betekent niet dat er niets meer viel te genieten in Espelo. Ook de tweede rubriek van de oudere roodbontklasse mocht er zijn. Die werd aangevoerd door Johanna 39 van Steegink-Boode. De lange, mooitypische Agent-dochter toonde een mooie ribbenpartij, liep op beste benen en schitterde met een hoge, sterke, fraai beaderde uier. Ook Heerenbrink Dolly 112, een lange Mad Max-dochter van Steegink-Van den Berg met upstanding en stijl beschikte over een beste uier. Ze werd gevolgd door de evenredig gebouwde Ria 34 van de familie Oosten uit Holten. De Rednex-dochter was breed en diep gebouwd met een mooie combinatie van kracht en melktype, een lange en brede uier en liep op beste benen.
Heerenbrink Truus 4 werd overtuigend verkozen tot kampioene bij de oudere senioren en kreeg ook de uierprijs in die categorie. Johanna 39 kreeg de prijs voor de beste benen en werd uitgeroepen tot reservekampioene. De fraaitypische Roza 354 kreeg de eervolle vermelding.
Fantastische 100-tonner op kop
Ook bij de zwartbonten begon de keuring met vuurwerk. De zwartbonte seniorenrubriek was gevuld met grote, lange, zware koeien van mooi tot fraai type. Het niveau kan aangegeven worden door de koe die genoegen moest nemen met de laatste plaats, Marietje 22 van de familie Rodijk uit Nieuw-Heeten. Ze was de kleinste koe in de rubriek, maar de normaal ontwikkelde Stellando-dochter was evenredig gebouwd en had een mooi type met haar mooie combinatie van kracht en melktype, liep op beste benen en had een goede, sterke, soepele uier. Een beste boerenkoe waar iedereen graag de stal vol van zou hebben. Op kop kwam een absolute kopkoe. Drakkar Bulona won al ontelbare prijzen, waaronder het reservekampioenschap bij de oudere koeien op de laatst gehouden NRM in 2019. De Lotta-Hill Shottle 41-dochter had nog maar drie weken eerder gekalfd, maar wat stond ze er best voor! De fraaie koe van de combinatie Steegink/Kerssies heeft al meer dan 100 ton op de teller en straalde van kop tot staart. Ze is fraai van type, best ontwikkeld, stapt op beste benen en heeft een prachtige, soepele, best bewaarde uier. Ze werd gevolgd door de harmonisch gebouwde, fraaitypische Adema Bertha 128 van Oosten. De Surefire-dochter heeft een mooie, brede voorhand, sterke benen en een lange, brede, vast aangehechte uier. De bestgeuierde Silver-dochter Lilian 43 van de familie Veneklaas uit Holten volgde op de derde plek.
Er waren slechts twee leeftijdscategorieën bij de zwartbonten in Espelo. De tweede rubriek van de oudere koeien bestond daardoor uit tweedekalfskoeien. Ook hier kwam Steegink-Van den Berg op kop met Heerenbrink Angelina. De Devour-dochter was dit voorjaar al algemeen kampioene in Beilen en stond er, net als de andere koeien die Steegink had meegenomen, stralend voor. Ze is groot, lang, heeft een mooie middenhand en bezit een ongelofelijk beste uier. Ook zij zou op de HHH-show in november wel eens een geduchte concurrente kunnen blijken te zijn. Hendrika 639 van Steegink-Boode kwam op de tweede plaats. De fraaitypische. lange Malki-dochter heeft een fijne huid, mooi gewelfde ribben, loopt op super benen en heeft een soepele kwaliteitsuier. Ze komt uit dezelfde familie als de koe op de derde plaats, Hendrika 689 van Oosten. De Jetset-dochter is een mooie, evenredig gebouwde koe met dairy strength en een hoge, lange en sterke uier.
De kampioenstitel bij de zwartbonte senioren ging onbedreigd naar Bulona, die ook de uierprijs kreeg toebedeeld. De strijd om de reservetitel was spannender en ging tussen de zes-jarige, vijfdekalfs Adema Bertha 128 en de vierjarige tweedekalfs Angelina. De jury koos voor de oudere en dus meer bewezen Bertha met als opmerking dat als er een middenklasse zou zijn geweest, de titel daarin onbedreigd naar Angelina zou zijn gegaan. Nu moest ze genoegen nemen met de eervolle vermelding. Haar secondante uit de rubriek, Hendrika 639, completeerde het viertal in de finale. Zij kreeg de prijs voor de beste benen.
Ook vaarzentitels naar Steegink
De vaarzenklasse bij de zwartbonten bestond uit zeven vaarzen in Espelo. De titel was voor Heerenbrink Bettie van Steegink-Van den Berg. De Chief-dochter heeft een mooi type met een diepe borst en open, diepe ribben en is best geuierd. Reservekampioene werd Hendrika 715 van Oosten. De King Doc-dochter was al wat langer aan de melk en goed uitgegroeid. Het is een kwaliteitsvaars van best type met harde benen en een sterke uier, die de kenmerken van de Hendrika’s van Oosten, een zeer oude en beste fokfamilie, prachtig toonde. De eervolle vermelding was voor Rozette 169 van Veneklaas, een correcte, degelijke Danshot-dochter met een sterke uier.
Het deelnemersveld bij de roodbonte vaarzen was wat groter en werd in twee rubrieken gekeurd. Het zwaartepunt lag daarbij in de eerste rubriek, want het complete kampioenstrio kwam uit die rubriek. In de rubriek kwam Heerenbrink Dolly Rae van Steegink-Van den Berg voorop. De grote, lange, sterke Jordy-dochter beschikte over een hele beste uier waarvoor ze ook de uierprijs kreeg. Ze werd gevolgd door stalgenote Heerenbrink Volina 84, een evenredig gebouwde Pep-Red-dochter met een diepe borst en een ondiepe, sterke uier. De eveneens best geuierde Heerenbrink Coba 3016, wederom een Jordy-dochter, completeerde het koptrio, dat later ook de titel voor beste bedrijfsgroep bij de vaarzen zou pakken voor Steegink. In de tweede rubriek kwam Geertruida 101 van Steegink-Boode op kop, een goed ontwikkelde, lang Manhattan-dochter met een mooie ribwelving. Ze kreeg de voorstap voor de jeugdige, ondiep geuierde Triple Crown-dochter Alana 2 van Veneklaas. In de kampioenskeuring werd voor de finale het koptrio uit de eerste rubriek geselecteerd. De volgorde veranderde wel ten opzichte van de rubriek: Volina kreeg de titel voor Dolly Rae met Coba als derde op tal.
Super bedrijfsgroepen
Steegink-Van den Berg pakte zoals genoemd nog wel de overwinning met de bedrijfsgroep bij de vaarzen, maar viste ondanks het winnen van alle individuele titels bij zwart- en roodbont twee keer achter het net. Beide keren had Steegink een geweldige groep opgesteld met enorm veel individuele kwaliteit. Bij roodbont slaagde Wim Steegink er echter in zijn broer Jan af te troeven met een geweldige, uniforme groep, met kwaliteit en malsheid van de eerste tot de laatste koe. De groep van Jan was niet te overtreffen in de uiers, maar de uniformiteit gaf de doorslag in het voordeel van Wim. Bij zwartbont had Steegink een groep opgesteld met daarin de seniorenkampioene en de vaarzenkampioene met daartussen de koe die volgens de jury de onbedreigde middenklassekampioene zou zijn als er een middenklasse was geweest. Fantastische individuele kwaliteit dus. Oosten kwam echter met een vijftal in de ring dat bestond uit vier zeer goed bij elkaar passende, uitgegroeide oudere koeien, met daarin de reservekampioene, die werd afgesloten met de al goed uitgegroeide en goed aansluitende reservekampioene bij de vaarzen. Een indrukwekkende en uniforme groep. De jury koos ook hier voor de uniformiteit, zodat de strijd om het algemeen kampioenschap bij de bedrijfsgroepen werd uitgevochten door de buren Steegink-Boode en Oosten-Boode. Steegink won.
Het individuele algemeen kampioenschap ging tussen vijf koeien van Steegink-Van den Berg, waarbij de enige spanning was of de zwartbonte seniorenkampioene of de roodbonte seniorenkampioene de handslag zou krijgen. Twee absolute topkoeien die er stralend voor stonden. De roodbonte Heerenbrink Truus 4 won.