NMV blij met pleidooi scherpere Melkveewet
Het voorstel is volgens de bond in lijn met het eerder geformuleerde NMV-standpunt. Ook de NMV is fel tegenstander van onbeperkt grondloos groeien en wil dat dit in de Melkveewet onmogelijk wordt gemaakt.
Fosfaatplafond
Binnen de huidige Melkveewet-voorstellen is het mogelijk om zowel grondgebonden als grondloos te groeien door 100 procent van de extra mest te verwerken, of via vervangende verwerkingsovereenkomsten.
De ruimte die er nog is binnen het Fosfaatplafond, is echter zeer beperkt, en de verwachting van de NMV is dat de melkveehouderij met dit wetsvoorstel binnen de kortste keren door het Fosfaatplafond heen zal schieten. Staatssecretaris Dijksma zal zich in dat geval gedwongen voelen om alsnog koerechten of fosfaatrechten in te voeren, vreest de NMV.
Aanscherping
Om dit te voorkomen, pleit de bond (net als LTO) voor een aanscherping van de Melkveewet. In het voorstel van de NMV kunnen bedrijven te allen tijde uitbreiden middels grondverwerving. Daarnaast kunnen bedrijven groeien middels mestverwerking tot een overschot van 80 kg fosfaat/ha boven op hun plaatsingsruimte. Dit komt ongeveer overeen met een intensiteit van 4 grootvee-eenheden (gve) per hectare, aldus de NMV. LTO mikt op een maximum van 5 gve/100 kilo fosfaat/ha.
Grondgebonden bedrijf
De bovengrens van 4 gve per hectare komt overeen met de NMV-definitie van een grondgebonden bedrijf: minimaal de helft van de ruwvoervoorziening moet van de eigen grond kunnen komen. Een bedrijf met een dergelijke intensiteit kan nog steeds weidegang toepassen en kan tevens zijn kringloop sluiten via ruwvoeraankoop en mestafzet binnen de eigen regio.
800 bedrijven
Op dit moment zijn er volgens de NMV zo'n 800 melkveebedrijven die op of tegen die bovengrens aanzitten; zo'n 5 procent van alle melkveebedrijven. Zij hebben een fosfaatoverschot van 80 tot 100 kilo per hectare. Die zouden volgens de NMV alleen verder kunnen groeien door ofwel grond te verwerven, ofwel efficiënter te gaan werken om het fosfaatoverschot te reduceren.
Imago
Het voorstel voorkomt volgens de NMV een ongewenste groei naar een intensieve melkveehouderij waarbij de koeien per definitie niet meer buiten komen en waarbij het imago van de melkveehouderij in binnen- en buitenland ernstige schade oploopt, aldus de vakbond.
'Heibel met cowboys'
Voorzitter Dirk-Jan Schoonman: „De sector heeft nu nog veel krediet in de maatschappij. Maar als er nu cowboys komen die nog snel enorme stallen gaan neerzetten en om straks te kunnen speculeren met mestrechten, krijg je gegarandeerd heibel. Daar willen als sector van verschoond blijven.”
Goed ontvangen
De NMV heeft de afgelopen weken ledenavonden gehouden over dit standpunt. Volgens Schoonman is het voorstel goed ontvangen door de leden, op een enkeling na. Hij noemt als voorbeeld iemand die 11 hectare grond had met 250 koeien en wilde doorgroeien naar 350 koeien. „Het overgrote deel van onze leden staat er echter heel positief tegenover omdat zij begrijpen dat de gevolgen voor de sector anders desastreus kunnen zijn.”
'Vreemd'
De NMV heeft dit voorstel ook ingebracht in het sectorale overleg dat de afgelopen weken heeft plaatsgevonden tussen de sectororganisaties en de staatssecretaris. De NMV is verheugd dat de sector als geheel nu op één lijn zit. „In dit licht blijft het vreemd dat het ministerie dit gezamenlijke voorstel van de sector niet omarmt en overneemt”, aldus de NMV.
Gecombineerde Opgave aanpassen
Een ander punt dat de NMV nog wil inbrengen in de Melkveewet, is dat de grond van akkerbouwers die binnen hun rotatieschema bijvoorbeeld maïs of gras telen voor melkveehouders en daar vaak ook weer rundveemest op ontvangen, voor de melkveehouder mag meetellen bij de bedrijfsoppervlakte, ook zonder dat daar (dure) eenjarige pachtcontracten mee gemoeid zijn. Tevens moet de akkerbouwer die grond kunnen blijven meetellen voor zijn toeslagrechten.
„Voor die constructie, die in de praktijk veel voorkomt, moet eigenlijk gewoon een nieuwe code komen binnen de Gecombineerde Opgave”, aldus Schoonman.