‘Champignonmest’ als ligboxstrooisel

Champignons groeien op een bed van paardenmest met daarop een deklaag van veen met kalk. Deze veenlaag wordt apart aangebracht in de champignoncellen bovenop het paardenmest. Normaal gesproken wordt dit na de teelt als mengsel afgevoerd als champignonmest.
Scheiden van paardenmest
Van Deursen Diervoeders uit Sint Oedenrode en Wijnen Agro B.V. uit Boekel scheiden met een speciale machine de veenlaag van de laag paardenmest. Deze veenlaag wordt afgevoerd naar een speciale locatie waar het verder bewerkt wordt. Vervolgens wordt het veen gestoomd om alle bacteriën te doden die eventueel in het veen zitten. Boxveen is behandeld tegen klebsiella, salmonella en coli’s. Na deze bewerking wordt het veen gedroogd tot het gewenste drogestofpercentage.
Het kant-en-klaar product hoeft niet gemengd te worden met een ander strooisel. Volgens de leveranciers broeit Boxveen niet en hoeft het niet ingekuild te worden. Wel adviseren ze om het product droog te bewaren in een schuur of onder plastic.
TAS en XTAS
De leveranciers hebben onderzoek gedaan naar sporen van thermofiele aerobe sporenvormers (TAS) en extreem thermofiele aerobe sporenvormers (XTAS). Deze sporen bedreigen de kwaliteit van lang-houdbare zuivelproducten. Uit onderzoek blijkt dat Boxveen geen problemen geeft met betrekking tot TAS en XTAS.