Flexibeler beregenen in Brabant
Binnen de nieuwe aanpak gaan de waterpartners samen de grondwatervoorraad zoveel mogelijk ontzien en hoeveelheden aanvullen. De bedoeling is dat zowel landbouw als natuur van het nieuwe beregeningsbeleid profiteren.
Verduurzaming
Voor de land- en tuinbouw sluit de flexibilisering van het beregeningsbeleid veel beter aan bij de verduurzaming die agrarische ondernemers doorvoeren in hun bedrijf, meent het waterschap. Voorwaarde voor deze aanpak is dat de deelnemende agrariër eerst zelf komt met maatregelen voor waterconservering, waterhergebruik en zuinig omgaan met water. De ondernemer legt deze maatregelen vast in een bedrijfswaterplan. Beregening komt dan pas in beeld als de maatregelen uit het bedrijfswaterplan onvoldoende soelaas bieden.
In de natuurgebieden en de attentiezones daar omheen blijven de huidige voorwaarden voor beregenen met grondwater bestaan. Rondom de Natura 2000-gebieden zijn speciaal ten behoeve van het nieuwe beregeningsbeleid extra beschermingsgebieden vastgesteld. Dit zijn robuuste zones, die waar mogelijk nog verfijnd gaan worden.
Overgangstermijn tot 1 januari 2018
Veel boeren hebben nu al een vergunning om te mogen beregenen. Met de start van het nieuwe beleid en regelgeving blijft die vergunning tot 1 januari 2018 nog van kracht. Iedereen heeft daarmee ongeveer 3,5 jaar de tijd om over te stappen op het nieuwe beleid. Voor boeren die na 1 januari aan de criteria van de algemene regels voldoen vervalt de huidige vergunning. Als een boer dan geen bedrijfswaterplan heeft mag hij of zij niet meer beregenen.
Tekst: Fenneke Wiepkema
Journalist, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Schreef al voor verschillende landbouwuitgevers over het vakgebied akkerbouw en doet dit sinds 2012 als chef-redacteur akkerbouw bij Agrio. Schrijft en coördineert voor Akkerwijzer.nl, het vakblad Akkerwijzer en de regionale titels van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel, Arjan Douma