‘Een goede kuil is te plannen’

Op basis van de stikstofgift en het inschatten van de drogestofopbrengst kunnen melkveehouders goed het ruweiwitgehalte van het verse gras en het gewenste maaimoment bepalen, stelt Dirksen (zie de bijgaande tabel voor de verhouding tussen de stikstofgift, het ruw eiwit en de drogestofopbrengst). Een stikstofgift van 120 kg in het voorjaar levert bij een drogestofopbrengst van ongeveer 4.100 kg vers gras per hectare, een ruw eiwit op van ongeveer 185 gram per kg droge stof. Een lagere stikstofgift resulteert bij een gelijk ruw eiwit in een lagere drogestofproductie. „Op het moment dat een melkveehouder zijn percelen bemest, bepaalt hij daarmee ook het maaimoment”, meent Dirksen.
Akkerbouwmatige benadering
Een goede kuil vraagt een akkerbouwmatige benadering van de graswinning. „Maak een keuze, maak een plan. Met behulp van een bemestingsplan en een graslandgebruikskalender kunnen boeren de opbrengst van hun percelen verhogen”, meent Dirksen. Hij vindt ook dat melkveehouders er verstandig aan doen om de grasopbrengst door middel van een weegbrug precies in kaart brengen. „Meten is weten en wegen is winnen”, luidt zijn slogan. „Opbrengsten nog te veel gebaseerd op gemiddelden”, besluit Dirksen.
Lees het volledige interview met Hans Dirksen in het Melkvee Magazine van zaterdag 24 mei.