Later bemesten om verliezen te beperken
De topkuilfinalisten van 2012 en 2013 bereiden zich voor op het nieuwe groeiseizoen. Dit keer geeft Tjeerd Dijksta uit Oldetrijne aan welke keuzes hij maakt bij het bemesten van de eerste snee.
Drijfmest sparen
Dijkstra investeerde afgelopen jaar in een mestbassin van 3.500 kuub. Dit biedt hem de mogelijkheid om langer te wachten met het bemesten van de eerste snee. In augustus wil hij geen drijfmest meer rijden, deze mest spaart hij liever voor het voorjaar.
De veehouder streeft ern aar om 6 weken voor de oogst van de eerste snee, de percelen te bemesten met zowel drijfmest als kunstmest. In een gemiddeld jaar wordt de eerste snee rond 10 mei geoogst. „Op dit moment is het land zo kaal als een biljartlaken door de ganzen”, aldus de veehouder.
Taaiere stengel
Dijkstra heeft bij de latere sneden al ervaring met het strooien van Novurea met zwavel (een ureumkunstmest die is behandeld om vervluchtiging te beperken). Dit jaar wil hij deze kunstmest ook toepassen voor de eerste snee. Volgens de veehouder is de opbrengst vergelijkbaar met KAS, maar krijgt de plant een iets taaiere stengel. „Voor mijn gevoel is de structuurwaarde van het gras hoger, wat weer positief werkt op de penswerking van de koe.”
Fosfaatruimte beperkt
Andere jaren had de veehouder nog de mogelijkheid om ook op grasland wat extra kunstmestfosfaat te bemesten. Zijn fosfaatruimte is voor dit jaar behoorlijk minder, waardoor hij de fosfaat die hij nog mag strooien liever op het maïsland brengt.