Houtsnipperbodem meer toekomst dan compost

Bij de evaluatie tijdens een 6-uur durend symposium vorig week, werd een duidelijk schema van min- en pluspunten gepresenteerd (zie afbeelding).
Minpunt ammoniak
Een groot minpunt bij met name compoststallen, blijft de ammoniakemissie. Op een totale stal pakt het 2 tot 3 keer hoger uit dan een roostervloer. Bij houtsnippers is dat 1,5 keer. Wordt bij houtsnipperstallen een emissiearme vloer voor het voerhek geplaatst, dan scoren zij beter dan roostervloerstallen, berekende de WUR. Om toekomst te houden, zal die vrijloopstal als een apart systeem op de RAV-lijst moeten worden aangemerkt. Een proefstalstatus is al aangevraagd.
Minpunt XTAS
Een tweede probleem waar compost tegenaan loopt zijn de XTAS-sporenvormers, die in houtsnippers beduidend minder voorkomen. Hoewel composteringsbedrijven afgelopen jaar vrij snel een oplossing vonden voor de ‘TAS’-sporenvormers, ligt een oplossing voor de nog extremer hittebestendige ‘XTAS’ nog niet in het verschiet.

Bodem goed
Het goed houden van de bodem, een in het verleden veel betwijfelt punt, geldt in de evaluatie niet als minpunt. Gebruikers lijken intussen genoeg ervaring te hebben om dit redelijk te houden. Het netwerk Gebruikers Vrijloopstallen zette de belangrijkste bodemtips op een rij, waarbij oppervlakte op één staat. In de praktijk verschilt dit van 8 tot 26 vierkante meter ligbed, maar 15 vierkante meter is het minimum waarbij een bodem zonder veel werk goed blijft.
Wintervoorbereiding
Een tijdige voorbereiding op de winter staat op twee. Een houtsnipperbodem hoeft in de zomer niet aangevuld te worden, maar moet in het najaar tijdig voorzien worden van nieuw materiaal om het hitteproces weer aan te slingeren voordat de koude zijn intrede doet. Voor compost geldt: rij voor september de stal (of de bovenlaag) leeg. Dan heeft de onderlaag tijd om te drogen en is in de winter de diepte weer te gebruiken om volop bij te strooien.
Niet te diep
Van het idee om de bodem in de winter juist diep te bewerken, zijn de gebruikers afgestapt. „We dachten dat het goed zou zijn er veel zuurstof in te brengen. Maar daarmee breng je ook kou in. Bewerk het dus juist niet te diep en rol het meteen weer dicht, en gebruik eventuele beluchting ook minimaal. Zo krijgt het wel even zuurstof maar blijft de warmte binnen. Voor de compostbodem geldt hetzelfde. Zo blijft de draagkracht beter.”
Strooiselkosten
Daarnaast onderzochth het gebruikersnetwerk de strooiselkosten bij de gebruikers, maar kan hier moeilijk een gemiddelde prijs te hangen. De variatie is enorm: het ene bedrijf krijgt gratis snippers omdat zijn gemeente niet door heeft dat het geld oplevert, de ander betaalt marktprijs. De een moet 8, de ander 24 m² per koe instrooien. Gemiddeld zijn de deelnemers op dit moment 1,1 cent per kg melk kwijt aan houtsnippers en 1,2 cent aan compost. Verwacht wordt echter dat de houtsnipperprijs zal stijgen. De compostprijs zal bij langer gebruik lager liggen: in dit gemiddelde zijn een aantal bedrijven meegenomen die net zijn opgestart en daarom erg veel compost gebruiken om hun bedding op te bouwen.
Ondanks de genoemde minpunten blijven gebruikers positief. Een betere gezondheid met daardoor lager vervangingspercentage en hoge productie maakt veel goed. “De stal geeft minder stress, rangorde, beschadigingen en probleemkoeien. Meer weerstand, rust en arbeidsvreugde”, vatten gebruikers samen.
Drie soorten bodems
De eerste Nederlandse vrijloopstal werd in 2009 gebouwd. Inmiddels zijn er 40 gebruikers. De vrijloopstal is in drie categorieën in te delen: een droge bodem wordt bij zand- en kunstofvloeren bereikt door drainage. Bij compost en stro is het een kwestie van absorberen en bijstrooien. Bij houtsnippers is het composteringsproces van belang, zodat het vocht door de hitte verdampt.
Een uitgebreide uitleg bij de plus- en minpunten uit het symposium Vrijloopstallen is te lezen in de Veldpost, Vee & Gewas en Stal & Akker van deze week.
Meer over Nederlandse vrijloopstallen: www.vrijloopstallen.nl
Tekst: José Bongen
Beeld: Susan Rexwinkel