Aeromix: drijfmest mixen met lucht
In Nederland is het system relatief nieuw. In Engeland en Ierland, waar het systeem zijn oorsprong vindt, is de mestmixmethode al veel langer bekend en erkend.
Verticaal mixen
Volgens de leverancier geeft het ‘verticale mixen’ minder geuroverlast, blijven mineralen beter behouden en blijft de mest goed in conditie.
De mestmixmethode is inmiddels aangelegd bij ruim vijftien Nederlandse melkveehouders in mestkelders en in silo’s bij enkele mesthandelaren.
Open kelder
In de mestkelder zijn geen standaard betonnen tussenmuren geplaatst, maar in de bestaande bekisting zijn open vakken gemaakt of er zijn pilaren geplaatst. De kelder is zo een redelijk open geheel. Op de vloer van de kelder liggen slangen van 25 millimeter dik waardoor met een compressor lucht wordt geblazen. De uiteinden van de slangen zijn voorzien van kunststof terugslagkleppen.
Geen geuroverlast
Door het systeem ontstaat geen drijflaag op de mest. De mest blijft homogeen, leert navraag bij Hans Wildenbeest, vertegenwoordiger bij leverancier Bos Ecosystems in Dordrecht. Een groot voordeel van het systeem is ook de inperking van de geuroverlast in de stal en tijdens het aanwenden van de mest. Tot nu toe is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het systeem.
Hogere opbrengsten
Gijsbert Bon zocht een ander systeem omdat het mestmixen dikwijls niet goed verliep door te dikke mest ‘We wilden betere en reukloze mest.’
Omdat er minder beton in de put nodig is, zijn de bouwkosten lager. Het systeem zelf is echter wel duurder. Hoeveel duurder, kan Wildenbeest niet zeggen. ‘Dat verschilt per stal.’
Voor Bon telt dat de mineralen beter behouden blijven en de opbrengsten op het land verbeteren. ‘Dat sprak ons direct aan. Dan hebben we het wel een keer terugverdiend. En het systeem draait op compressoren van 380 Volt. Het stroomverbruik is dus ook lager dan bij het mixen van mest.’
Lees de volledige reportage bij melkveebedrijf Bon zaterdag 8 februari in het landbouwvakblad Vee & Gewas of zaterdag 15 februari in Veldpost.
Zie de website van Bos Ecosystems voor meer info en filmpjes.