Vrijstelling voor bovengronds uitrijden
Dijksma heeft de Tweede Kamer hierover vandaag geïnformeerd. De vrijstelling geldt in principe voor een jaar (op proef) en kan afhankelijk van het verloop van het eerste jaar worden verlengd tot vijf jaar.
De vrijstelling is bedoeld voor maximaal 100 boeren die lid zijn van de VBBM en van de vereniging Noordelijke Friese Wouden (NFW).
Voorwaarden
Die boeren moeten aan een aantal voorwaarden voldoen, vertelt VBBM-woordvoerster Diana Saaman. Zo mogen ze maximaal 100 kilo zuivere stikstof aanwenden per hectare en mag het N-overschot per bedrijf maximaal 125 kilo per hectare bedragen.
Ook moeten veehouders die een ontheffing willen, minimaal 150 dagen weidegang toepassen. Dit zorgt ervoor dat er minder mest in de put terechtkomt waar het gaat zitten rotten en waar er dus meer ammoniak wordt gevormd.
Certificeren
Boeren die een ontheffing willen, zullen zich op die voorwaarden moeten laten certificeren door een onafhankelijk bureau, aldus Saaman. De VBBM zal dat regelen.
Het maximum aantal van 100 boeren is wat de VBBM betreft voldoende om het aantal VBBM- en NFW-boeren wat bovengronds wil uitrijden, tegemoet te komen.
Saaman: „Het is heel bijzonder dat we dit hebben binnengehaald. We hebben de politiek ervan kunnen overtuigen dat we echt ánders boeren.”
Praktijkproef
Eerder was er al sprake van een ontheffing van het verbod op bovengronds mestuitrijden. Die gold voor een praktijkproef van de VBBM. Die ontheffing is een paar jaar verlengd, maar werd begin dit jaar ingetrokken. De nu verleende vrijstelling is niet gebonden aan het doen van (praktijk)proeven.