Brabant: grondgebonden ontwikkeling als eis
De partijen onderschrijven het belang van niet-intensieve, grondgebonden melkveehouderijen dichtbij dorpskernen en natuurgebieden. In plaats van een norm die een maximum stelt aan het aantal koeien per hectare, kiezen de partijen ervoor dat een ondernemer via de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) aantoont dat zijn bedrijf grondgebonden is als hij wil ontwikkelen.
Hierbij is de mate waarin een bedrijf de mest op eigen grond kan aanwenden en zijn ruwvoer uit eigen regio kan betrekken, in hoge mate bepalend. Het is de bedoeling dat uiteindelijk certificaten in de keten de grondgebondenheid borgen.
ZLTO
De partijen, die maandag 20 januari onderling overeenstemming hebben bereikt, zijn de ZLTO, de Brabantse Milieufederatie, de Provinciale Raad Gezondheid, GGD’en, een vertegenwoordiging van Brabantse gemeenten vanuit de provinciebrede stuurgroep Dynamisch platteland en Gedeputeerde Staten.
Hans Huijbers, bestuursvoorzitter ZLTO: „We zijn het op hoofdlijnen eens kunnen worden. Dat is een belangrijke constatering. Het Brabants model heeft gewerkt. Laten we dit vasthouden in de stappen die nog komen en niet de normen in Brabant scherper stellen dan het Rijksbeleid.”