‘Percentage moeilijke geboorten bij MRIJ aan de hoge kant’
Dit blijkt uit een stage-onderzoek van een student van Aeres Hogeschool Dronten in opdracht van CRV. Thom Janssen deed onderzoek naar de geboorten bij het MRIJ-ras. Daarbij onderzocht hij het geboortegemak, de kalvervitaliteit, de levensvatbaarheid en de vruchtbaarheid van het ras.
De belangrijkste conclusies waren dat een vrij hoog aandeel, 10 procent, van de MRIJ-vaarzen nog steeds moeilijk afkalven. Dit terwijl de draagtijd en het geboortegewicht juist onder gemiddeld scoort ten opzichte van andere rassen. De levensvatbaarheid en vitaliteit van de kalveren zijn wel goed, zo oordeelt hij.
De student geeft de veehouders een aantal aanbevelingen mee. Zo blijkt in de praktijk dat de afkalfleeftijd van vaarzen nogal eens uitloopt. Het streven is om de dieren op 24 maanden voor het eerst te laten kalven.
Een andere aanbeveling is het gebruiken van pinkenstieren. In de praktijk worden de pinken nog vaak gedekt door een eigen gefokte stier, waar niet altijd van bekend is hoe zwaar de kalveren zijn. „Pinken zijn genetisch vaak de beste dieren op het bedrijf, benut deze dan ook optimaal.”
Verder luiden de adviezen om voldoende aandacht te geven voor het geboortegemak in het stieradviesprogramma en voor goede hygiënische omstandigheden te zorgen tijdens het afkalven.
Zware geboorten bij vaarzen in tien jaar tijd gehalveerd
In tegenstelling tot MRIJ, kalven met name Holsteinvaarzen veel minder vaak zwaar af. Uit cijfers van CRV blijkt dat in 2011 nog bijna 10 procent van de vaarzen zwaar afkalfde. Afgelopen jaar was dat nog maar ongeveer 5 procent. Genetica draagt daar voor een groot deel aan bij, concludeert de fokkerij-organisatie. Zo is de genetische aanleg voor de kenmerken geboorte- en afkalfgemak in tien jaar tijd met gemiddeld drie punten gestegen.
CRV weegt de geboorte-index mee in de NVI. In deze index zijn naast de fokwaarden geboortegemak en afkalfgemak, ook de fokwaarden voor levensvatbaarheid bij geboorte, levensvatbaarheid bij afkalven en de kalvervitaliteit meegenomen. „Omdat de geboorte-index ook wordt meegewogen in de NVI, mag de komende jaren een verdere vooruitgang op geboortegemak worden verwacht”, stelt de fokkerij-organisatie.