Wageningen UR onderzoekt kalversterfte
Gemiddeld sterft 8 procent van de vaarskalfjes binnen een dag na de geboorte (inclusief doodgeboren kalveren). Er zat altijd al verschil tussen de kalversterfte bij koeien en bij vaarzen, maar dat verschil is de laatste jaren groter geworden, aldus een woordvoerder van de Arnhemse fokkerijorganisatie.
Kalversterfte vaarzen 14 procent
Tot het jaar 2000 bedroeg de kalversterfte bij vaarzen zo’n 11 procent, maar sindsdien is dat percentage opgelopen tot zo'n 14 procent. Daarentegen bleef het percentage kalversterfte bij koeien de laatste jaren vrij stabiel op 4,7 procent.
Waar dat verschil door veroorzaakt wordt, is nu onderwerp van het onderzoek dat Wageningen UR vorig jaar is begonnen. Er wordt onder meer gekeken naar de invloed van managementfactoren, denk bijvoorbeeld aan het gebruik van een pinkenstier en de tijdige verstrekking van biest.
Fokkerij
Mogelijk spelen ook genetische oorzaken een rol. Daarom participeert CRV in het onderzoek, aldus de woordvoerder. „Al lijkt het niet heel voordehandliggend dat de fokkerij een rol speelt, want zodra de vaars een koe wordt, zijn de problemen voorbij." Maar het is volgens CRV goed om duidelijk te krijgen of fokkerij hier al of niet een rol in speelt.
Het Wageningse onderzoek wordt naar alle waarschijnlijkheid dit voorjaar afgerond.