Acuut botulisme: 23 koeien dood in Limburg
De besmette dieren moesten worden afgemaakt omdat de prognose zeer slecht was en omdat ze niet konden worden afgevoerd voor de slacht, aldus GD.
Vaars wilde niet overeind
De uitbraak deed zich eind 2013 voor. De dierenarts werd er in eerste instantie bij geroepen omdat een vaars na het afkalven niet meer overeind wilde. De vaars had ondertemperatuur en een stilliggend maagdarmkanaal.
De volgende dag was de vaars dood. Tijdens het sectieonderzoek werden geen andere afwijkingen gevonden, waarna de waarschijnlijkheidsdiagnose botulisme werd gesteld.
Ruwvoer vervangen
In overleg met de dierenarts is direct besloten het ruwvoer van de groep melkkoeien volledig te vervangen door ruwvoer van een buurtbedrijf en de koppel te vaccineren (vaccin type C/D).
Een week later bezocht de GD-dierenarts het bedrijf opnieuw. Op dat moment werden twee liggende koeien aangetroffen met een ondertemperatuur, die gestopt waren met vreten en drinken. Bij deze koeien lag het maagdarmkanaal compleet stil en de koppel was (qua vreten en herkauwen) te traag en te rustig, aldus GD.
Dode kip
Ook werd in de weide een dode kip van een omliggend bedrijf gevonden, op de plek waar de koeien voor de uitbraak een paar uur per dag hadden gelopen. Uit de sectie bleek ook dat het om botulisme type D ging. Dit type is gerelateerd aan pluimvee.
Aantal slachtoffers opgelopen
Tot 10 dagen na de vaccinatie hebben zich nog nieuwe patiënten aangediend. Het aantal is uiteindelijk dus opgelopen tot 23. De GD noemt het opmerkelijk dat alleen de eerste patiënt (het lichtste dier binnen het koppel) zelf is doodgegaan.
De vaccinatie is na drie weken herhaald. Omdat er in die regio veel pluimvee en roofdieren voorkomen, dienen veehouders te overwegen of ze preventief willen gaan vaccineren, luidt het GD- advies.