Inkomen melkveehouders bijna verdubbeld
Melkveehouders zitten daarmee bijna op het gemiddelde inkomen in de land- en tuinbouw, van 42.000 euro. Dat blijkt uit de LEI-rapportage over de geraamde inkomensontwikkelingen in de landbouw in 2013, die gisteren werd gepubliceerd.
Melkprijs
De inkomensverbetering is vooral te danken aan de hogere melkprijs. Zoals altijd zijn de verschillen tussen bedrijven echter groot; twintig procent van de bedrijven scoort lager dan 14.000 euro en een even grote groep scoort hoger dan 63.000 euro.
Groter dan gemiddeld
Zowel de bedrijven met de laagste inkomens als die met de hoogste inkomens zijn groter dan gemiddeld, stelt het LEI. De bedrijven aan de onderkant behalen echter duidelijk minder goede technische resultaten en hebben over de gehele linie een relatief hoog kostenniveau. Die aan de bovenkant kenmerken zich juist door een efficiëntere bedrijfsvoering.
Ontkoppeling bio-melkprijs
Voor de biologische melkveehouderij is het inkomen geraamd op circa 30.000 euro per onbetaalde aje; een kleine 10.000 euro lager dan op de gangbare bedrijven. In 2012 was het verschil nagenoeg nihil, aldus het LEI.
Volgens onderzoeker Jacob Jager ligt dit vooral aan de ontkoppeling van de biologische melkprijs, waardoor biologische melkveehouders minder hebben geprofiteerd van de wereldwijde stijging van de zuivelprijzen. Jager wijst erop dat het inkomen in de biologische sector desondanks is gestegen.
Rentabiliteit
De geraamde rentabiliteit van de melkveebedrijven stijgt in 2013 naar 97 procent, 8 procentpunten meer dan in 2012. Oftewel: van elke 100 euro kosten kreeg de melkveehouder dit jaar 97 euro vergoed; in 2012 was dat nog 89 euro.
Opbrengsten stijgen
De totale opbrengsten stijgen dit jaar met 14 procent ten opzichte van 2012 tot bijna 390.000 euro. De melkopbrengsten nemen met 19 procent toe door een hogere melkprijs (+12,5 procent) en een hogere melkaanvoer (+5 procent). De stijging van de rentabiliteit vloeit mede voort uit lagere afschrijvingen op quota.
Verder liggen de berekende rentekosten van grond, machines, werktuigen, gebouwen en quota op een laag niveau. Het aandeel berekende kosten bedraagt in 2013 gemiddeld slechts 20 procent Naarmate de bedrijven groter zijn, is het aandeel berekende kosten lager.
Kosten stijgen ook
De totale betaalde kosten stijgen met bijna 20.000 euro tot een niveau van 326.000 euro. De geraamde voerkosten per bedrijf nemen met ruim 9 procent toe.
Tegenover het duurdere krachtvoer stond een daling van de kosten van ruwvoer. Naar verwachting nemen de kosten van energie en brandstoffen met 3.000 euro toe, vooral door de afschaffing van de accijnsvrije rode diesel per 1 januari 2013. De blanke dieselprijs is tussen 2012 en 2013 met enkele centen gedaald in prijs.
Spreiding groot
Hoewel het gemiddelde inkomen in de land- en tuinbouw 42.000 euro bedraagt, is de spreiding ook hier groot. Topverdieners waren (net als vorig jaar) de akkerbouwers en dan met name de zetmeelaardappeltelers, die gemiddeld 95.000 euro verdienden. Het minst goed ging het met de leghennenhouders: die noteerden dit jaar 103.000 euro negatief; terwijl ze in 2012 104.000 euro in de plus stonden.
Op de site van het LEI staat het volledige rapport.