Geen dierrechten, meer grondgebondenheid
Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede en de Eerste Kamer. Zij reageert hiermee op een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Concurrentieachterstand
Het invoeren van een systeem van dierrechten voor koeien zou de Nederlandse melkveehouderij op concurrentieachterstand zetten ten opzichte van andere landen, stelt de staatssecretaris. Maar groei van de melkveestapel mag niet leiden tot een groter mestoverschot.
De staatssecretaris zet daarom in op meer grondgebondenheid: groei wordt alleen toegestaan als er voldoende grond is om de extra mest te kunnen plaatsen. Een alternatief is dat de hele extra mestproductie wordt verwerkt.
Weidegang
De grondgebondenheid past ook in de ambitie van de zuivelketen om de weidegang te stimuleren. Bovendien reduceert grondgebondenheid tevens het aantal vervoersbewegingen, aldus de staatssecretaris.
Mestverwerkingsplicht
Volgend jaar gaat de mestverwerkingsplicht in voor veehouders met een mestoverschot. Het PBL heeft samen met Wageningen-UR gekeken naar de ontwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit, effecten op de mestmarkt en overige milieudoelen. Blijkens het PBL-rapport is het nog niet zeker of er op tijd voldoende mestverwerkingscapaciteit zal zijn. Om die reden zijn aanvullende waarborgen nodig.
Varkens- en pluimveerechten blijven
Voor varkens en pluimvee blijven dierrechten voorlopig bestaan. In 2016 zal worden bekeken of de dierrechten voor die sectoren met ingang van 2018 kunnen komen te vervallen.
'Kansen voor ondernemers'
In Nederland is sprake van een mestoverschot, maar elders in Europa is er juist een tekort aan meststoffen. De verwachting is dat de vraag naar meststoffen de komende jaren zal stijgen. Daar liggen kansen voor Nederlandse ondernemers, volgens Dijksma. Zij stelt daarom extra middelen beschikbaar voor financiering van innovaties op het gebied van mestverwerking.
Kritiek van milieuorganisaties
Milieudefensie en de natuur- en milieufederaties reageren kritsch op de plannen van Dijksma. Omdat nu al duidelijk is dat er onvoldoende mestcapaciteit is, moet de melkveestapel niet verder groeien, vinden zij. Wat Milieudefensie betreft is groei alleen mogelijk bij zuivere grondgebondenheid. Daar moeten dan ook strikte normen voor komen, van maximaal 2 koeien per hectare gras, aldus de organisatie.
LTO voorzichtig positief
LTO reageert voorzichtig positief op de plannen. De voorziene groei in de melkveehouderij is beperkt en gelimiteerd, zegt voorzitter Kees Romijn van de vakgroep LTO melkveehouderij. Voor de sector is het belangrijkste dat de verhouding tussen grond en dieren in balans wordt gehouden. „Een rigide systeem van dierrechten voor melkveehouders past hier niet bij.”
Veehouders kunnen straks dus alleen groeien als ze voldoende grond hebben, of de extra mest laten verwerken. Wat dat laatste betreft staat de sector voor een enorme uitdaging om die verantwoordelijkheid waar te maken, aldus Romijn.