Lagere gehaltes in kuilen door mestwetgeving
Sinds de invoering van het mineralen aangiftesysteem Minas in 1996 en de derogatiewetgeving in 2005 is niet alleen het gehalte ruw eiwit in graskuilen afgenomen, maar ook hoeveelheden mineralen en sporenelementen. Zo zijn de gehaltes kobalt (Co) in graskuilen bijna gehalveerd.
Bemestingsnormen
Volgens het BLGG is het zeer waarschijnlijk dat de daling van sporenelementen in graskuilen wordt veroorzaakt door de strengere bemestingsnormen die de laatste decennia zijn ingevoerd. De drijfmestgiften zijn verlaagd met het oog op het milieu en de kwaliteit van oppervlaktewater.
Drijfmest is een belangrijke mineralenbron voor het gewas. Naast de hoofdelementen stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) bevat drijfmest namelijk veel andere nutriënten en organische stof.
Naleveringscapaciteit
Als gevolg van de lagere mestgiften is grasland de laatste jaren voor de mineralenvoorziening steeds afhankelijker geworden van de naleveringscapaciteit van de bodem. Het gewas moet de bodemvoorraad gebruiken om over de benodigde nutriënten te kunnen beschikken.
Boeren lopen daardoor het risico dat ze aan bodemvruchtbaarheid inboeten. De verschillen tussen percelen worden dan ook steeds duidelijker zichtbaar, constateert BLGG AgroXpertus.
'Opmerkelijk'
„Als je er vanuit milieu- en kostenefficiëntie naar kijkt, is het opmerkelijk”, zegt Gerard Abbink, productmanager veehouderij bij BLGG AgroXpertus. „Er zijn veel bedrijven die tegen hoge kosten noodzakelijke mineralen in de vorm van drijfmest moeten afvoeren, om deze vervolgens weer in de vorm van mineralenmengsels terug te moeten kopen om de gezondheid van de veestapel op peil te houden.”
Beeld: Ruth van Schriek