‘Schrikbeeld Wakker Dier klopt niet’

Dit zeggen de vakgroep LTO Melkveehouderij en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) in een gezamenlijke reactie op het rapport ‘Melkveehouderij na de quotering’. Dit rapport is gemaakt door CLM Onderzoek en Advies in opdracht van Wakker Dier.
Volgens de LTO en NZO wordt de melkveehouderij juist steeds duurzamer. De sector is grondgebonden en dit blijft volgens LTO en NZO ook in de toekomst zo. Uiteraard dienen ook melkveebedrijven zich verder te kunnen ontwikkelen. Dat kan alleen binnen de bestaande milieuvoorwaarden en ruimtelijke plannen.
Grens fosfaatproductie
Zuivelverwerkers en melkveehouders hebben gezamenlijk een grens gesteld aan de fosfaatproductie, zodat deze nooit boven het niveau kan komen van begin 2002. In de praktijk blijkt dat melkveehouders rekening willen houden met hun omgeving en omwonenden.
De komende jaren wordt volop geïnvesteerd in het tot waarde brengen van dierlijke mest. Verwerkte producten zijn dan bruikbaar op het eigen bedrijf of kunnen bij klanten in binnen- en buitenland worden afgezet. In de Tweede Kamer is onlangs een wetsvoorstel van staatssecretaris Dijksma (EZ) aangenomen, dat hier met verplichte mestverwerking (bij overschot op bedrijfsniveau) op aansluit. Dierlijke mest zal binnen afzienbare tijd in plaats van geld kosten geld opbrengen, is de verwachting van beide organisaties.
'Gezondheid beter'
LTO en NZO herkennen zich niet in de analyse dat groter wordende bedrijven slechter zijn voor dierenwelzijn en diergezondheid. Met het landelijke project Duurzame Zuivelketen wordt het welzijn en de gezondheid van koeien beter. Beide organisaties werken met het project tevens aan verbeteringen op andere terreinen zoals minder energieverbruik, lagere emissies naar het milieu en het behoud van weidegang. In de sectorrapportage Duurzame Zuivelketen wordt transparant over de voortgang gerapporteerd.
Van de bedrijven past 81,2 procent weidegang toe. Bij 73,6 procent van de bedrijven lopen de melkgevende koeien gedurende ten minste 120 dagen per kalenderjaar en ten minste 6 uur per dag buiten. Eind 2013 komen nieuwe cijfers beschikbaar.
Convenant Weidegang
Een coalitie van 59 maatschappelijke organisaties én bedrijfsleven (inclusief de zuivelindustrie) heeft zich er aan gebonden (Convenant Weidegang) om ten minste het huidige niveau van weidegang vast te houden. „De aangeduide tweedeling van melkveebedrijven in ‘grondgebonden’ en ‘industrieel’ is niet wat LTO en NZO zien gebeuren en ook niet wat ze gezamenlijk nastreven."
De melkveehouderij telt nu zo’n 18.000 bedrijven met gemiddeld 87 melkkoeien per bedrijf. Zo’n 4.500 bedrijven zitten onder vijftig melkkoeien, op ongeveer 10.000 bedrijven worden tussen vijftig en honderd melkkoeien gehouden.
Niet beeldbepalend
De omvang van het gemiddelde bedrijf neemt weliswaar toe door bedrijfsbeëindiging, maar de groep grotere bedrijven is niet beeldbepalend voor de totale melkveehouderij. Nederland telde in 2012 nog 1,48 miljoen melkkoeien. Dat waren er ruim twintig jaar terug nog 2,4 miljoen, aldus LTO.