‘Twee keer zoveel grote bedrijven in 2016'
Dat blijkt uit een telefonische enquête van het CLM onder 500 melkveehouders. Het onderzoek is gedaan in opdracht van Wakker Dier.
Dit jaar past nog 68 procent van de ondervraagde boeren weidegang toe. In 2006 was dat 83 procent. De geënqêteerde boeren verwachten een verdere teruggang tot 58 procent in 2016. Op bedrijven met meer dan 200 koeien wordt namelijk zeer zelden geweid.
Zichtbaarheid koeien
Ook het aantal uren weidegang is de afgelopen zes jaar met 10 procent afgenomen. De ‘zichtbaarheid’ van koeien in de wei (aantal koeien en aantal uren weidegang) is in 2012 met een kwart afgenomen ten opzichte van 2006; in Noord-Nederland was het zelfs 40 procent minder.
Niettemin vindt 82 procent van alle melkveehouders wel dat weidegang goed is voor de gezondheid en het welzijn van melkkoeien. Ook van de boeren die permanent opstallen, vindt ruim de helft weidegang positief voor melkkoeien. Maar voor opstallers is een weidepremie van 1 cent per kilogram melk onvoldoende om weer te gaan weiden.
Regulering
De enquête ging ook in op regulering. Ruim de helft van de melkveehouders verwacht dat de overheid na de afschaffing van de quotering een of andere vorm van regulering gaat invoeren voor de melkveehouderij. Slechts één op de zes verwacht dat de zuivelindustrie een vorm van regulering (via leveringsvoorwaarden) gaat toepassen.
En áls de overheid ingrijpt, dan verwachten melkveehouders dat er dierrechten komen (39 procent) boven verplichte mestverwerking (28 procent) en grondgebondenheid (29 procent).
Maar de geënquêteerden geven de vóórkeur aan grondgebondenheid (51 procent) boven verplichte mestverwerking (28 procent). Dierrechten zijn met 17 procent het minst populair.
Opvallend
Dat veel veehouders het liefst kiezen voor grondgebondenheid is opvallend, volgens CLM-onderzoeker Frits van der Schans. De meeste veehouders die uitbreiden, kopen namelijk geen extra grond aan. Hij vindt het mooi dat grondgebondenheid kennelijk toch breed gedragen wordt in de sector.
Tweedeling
De resultaten van het onderzoek (dat de schaalvergroting doorzet en dat er minder koeien in de wei komen) liggen volledig in de lijn der verwachting, aldus Van der Schans van het CLM. „Feitelijk niets nieuws onder de zon." Hij stelt dat er na de quotering een tweedeling zal ontstaan. Enerzijds de grondgebonden bedrijven die zelf alle ruwvoer produceren en de mest op hun eigen land kwijt kunnen, en anderzijds (zeer) grote, welhaast industriële bedrijven met alle koeien op stal, aankoop van voer en afvoer van mest.
Het complete CLM-rapport is hier te downloaden.