Fotoserie: Een persistente melkgift met twee kg maisvlokken in de basis
Rutger (34) en zijn vrouw Willeke (30) melken net buiten Hasselt 180 koeien. De gemiddelde productie ligt op 11.121 kg melk met 4.11 vet en 3,54 eiwit. Het is een echt familie bedrijf. Opa Prins begon met 8 koeien in Grafhorst. Dit groeide uit tot een bedrijf met 2 miljoen liter melk. Dat het vee van familie Prins over goede genen beschikt blijkt wel uit het feit dat de gemiddelde veestapel met 84 punten ingeschreven staat. Inmiddels hebben drie van hun koeien elk ruim 150.000 liter melk gegeven.
“In 2012 zijn we een samenwerking met onze buurman gestart. Daardoor zijn we in korte tijd flink gegroeid. Toch is groei geen doel op zich. Ons beleid is er op gericht dat de koe optimaal presteert. We doen het echt met elkaar,” benadrukt Rutger. “Mijn ouders werken mee en ook mijn broers zijn hier regelmatig. Onze kinderen doen af en toe ook al mee aan een kalverkeuring. Prachtig is dat.”
Preventief werken verhoogt productie en leeftijd
De veestapel is overwegend zwartbont met enkele roodbonte dieren. “Dat is mijn inbreng” verklapt Willeke die opgroeide op een bedrijf met MRIJ koeien. Met 95 oudere koeien is de gemiddelde leeftijd van de veestapel hoog. “Dat klopt” zegt Rutger “We verkopen veel vaarzen daar is best veel vraag naar. Bovendien probeer ik vooraf problemen te voorkomen. Alle koeien die ik droogzet gaan bijvoorbeeld ook door de bekap box” licht Rutger toe. “En waar nodig doe ik wat extra. Kitty 256 kalfde laatst zwaar af. Dan ben ik extra alert bijvoorbeeld door een keer extra te drenchen.” “Dat is ook onze drive om boer te zijn; we houden van deze plek en van onze koeien” beaamt ook Willeke.
Persistente melkgift met twee kg maisvlokken in de basis
Het bedrijf omvat ongeveer 100 ha (hoofdzakelijk) veengrond. “Mais verbouwen is lastig op dit type grond daarom passen maisvlokken goed in ons rantsoen” stelt Rutger. “Een aantal jaren geleden kozen we voor een relatief eenvoudig basisrantsoen” vult verkoop adviseur Hugo Lentferink aan. “In de winter kuil, maisvlokken en een beetje perspulp en bierborstel. In de zomer komt daar vers gras en een paar kilo maiskuil bij. De verse koeien krijgen de 1e 100 dagen 2 kg maisvlokken extra en een luxe start voeder. Daarna krijgt elke koe een brok uit onze productie reeks.” “In het verleden hadden we nog wel eens een te snel rantsoen. Daar ben ik van terug gekomen. Voeren is voor mij de pens van de koe rustig houden. En steeds hetzelfde doen. Als je maar lang genoeg hetzelfde doet dan komt de melk vanzelf. De afgelopen vijf jaar voerden we standaard twee kg maisvlokken in de basis. Dat zie ik terug in een zeer persistente melkgift. Zelfs bij de groep boven 300 dagen in lactatie.” zegt Rutger.
Veel melk verandert de kijk op inseminatiemoment
“De afgelopen jaren ben ik anders naar het inseminatiemoment gaan kijken. Neem bijvoorbeeld koe Annie 15. Zij gaf in ruim 500 dagen 24.500 kg melk. Dan denk ik; je kunt een koe ook te vroeg insemineren. Genetisch gezien is de melkdrang van koeien toegenomen. Dan heb ik liever dat een koe 30.000 liter melk in twee lijsten geeft dan in drie. Later insemineren kan natuurlijk alleen als koeien persistent melk geven. Daarom blijven de maisvlokken in de basis.”
Harde jeugdgroei met maisvlokken
“Bij de kalveren hebben we ook goede ervaringen met het voeren van maisvlokken. We voeren onbeperkt krachtvoer, in de verhouding 2 kilo brok / 1 kg maisvlokken, naast het ruwvoer. Daarmee behalen we een groei van wel 1150 gram / dier/ dag. Aan de mest kan ik zien dat het voer goed verteerd is. Bovendien is de afkalfleeftijd van 24 naar 23 maanden gedaald” besluit Rutger.