Economisch jaarresultaat zakt terug

Dat blijkt uit de jaarstatistieken van CRV. De belangrijkste oorzaak voor de daling van het economisch jaarresultaat is dat de gemiddelde melkproductie zakte van 8.335 naar 8.217 kg melk.
Matig ruwvoer
Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen, aldus CRV. Zo had de sector te maken met een mindere kwaliteit ruwvoer in de afgelopen winter. Als gevolg van hoge krachtvoerprijzen hebben veehouders hiervoor niet altijd volledig gecorrigeerd in de rantsoenen.
Koeien die normaal zouden zijn afgevoerd, werden ook langer doorgemolken om het quotum vol te krijgen. Dat is ook te zien aan een stijging zien van het aantal melkdagen in de laatste lactatie, van 272 naar 280 dagen.
Meer dieren
Veehouders hielden meer dieren aan, mogelijk om te anticiperen op mogelijke regelgeving na het wegvallen van het melkquotum in 2015. Het gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf is dit jaar met vijf dieren gestegen tot 87.
Levensproductie
De gemiddelde levensproductie per koe liep ook op en is nu weer bijna terug op het niveau van 2008. Toen bedroeg de levensproductie 30.777 kilo melk (2.430 kilo vet en eiwit). Dat daalde tot 30.318 kilo melk in 2011. De afgelopen jaren herstelde dat cijfer zich weer. In 2013 werd een levensproductie genoteerd van 30.751 kilo melk met 2.427 kilo vet en eiwit.
Levensduur
De productieve levensduur vertoont eenzelfde beeld. Die piekte in 2008 op 298 dagen, daalde vervolgens tot 264 in 2010 (265 in 2011) en loopt sindsdien weer op. De teller staat nu weer op 280 dagen.
De hoge gemiddelde levensproductie en productieve levensduur in 2008 waren destijds voornamelijk toe te schrijven aan de goede melkprijs en de gunstige prijzen voor exportvaarzen, waardoor koeien langer werden doorgemolken.
Topmelker
Ook bij de topmelkers is het economisch jaarresultaat dit jaar wat afgenomen. Slechts één bedrijf komt boven de 3.000 euro en dat is de VOF Vaessen uit het Limburgse Heerlen. Dit robotbedrijf met 100 koeien boekt een EJR van 3.082 euro en is daarmee de topmelker van 2013.
Verder valt op dat er in de top-10 vijf robotbedrijven staan en twee bedrijven die drie keer daags melken. Drie uit de top tien melken twee keer daags.