‘Drijfmestbenutting kan veel beter’
Mullekom heeft zijn Drijfmestbenutter zo’n 15 jaar geleden al ontwikkeld, maar zoekt – met het oog op het huidige mestbeleid, met verplichte mestverwerking – nu opnieuw de publiciteit. „Het mestbeleid is gebaseerd op een mestoverschot, maar wat er nu gebeurt is dat we stikstof uit drijfmest afvoeren en stikstof uit kunstmest aanvoeren", stelt hij.
Hij hoopt de politiek te kunnen bewegen. Want het mestoverschot kan volgens Van Mullekom een heel eind worden teruggebracht als de stikstofbenutting uit drijfmest volledig is. Dan zou je in principe 40 procent meer runderdrijfmest kunnen uitrijden. Daarvoor zou wel eerst de mestwetgeving moeten worden aangepast, erkent hij.
Water
Zijn Drijfmestbenutter mixt tijdens het vullen van de giertank ongeveer 20 procent water mee door de mest. In combinatie met de meegemixte lucht geeft dit een snelle mineralisatie van de stikstof uit de drijfmest, waardoor die als kunstmest gaat fungeren, aldus de uitvinder. Drijfmest zou dan ook ongeveer 6 weken later dan normaal kunnen worden uitgereden – later in het seizoen is er minder kans op uitspoeling, geeft hij aan.
17 procent meeropbrengst
De Wijchenaar heeft zijn vinding in 2000 laten testen door de CAH in Dronten. Proeven wezen toen uit dat de drogestofopbrengst van het gras 17 procent hoger was dan bij de gangbare drijfmesttoediening, stelt hij.
Dankzij de hogere gewasopbrengst, minder voeraankoop en de besparing op kunstmestkosten kan de vinding volgens berekeningen van de uitvinder bij een bedrijf met 50 hectare grasland op jaarbasis 5.000 tot bijna 7.000 euro aan besparingen opleveren, na aftrek van de jaarlijkse kosten voor de Drijfmestbenutter. De unit zelf kost pakweg 10.000 euro.