Voersaldo nadert de 30 euro per 100 kg

De garantieprijs bleef in de maand augustus, in navolging van juni en juli, ongewijzigd op 40 euro per 100 kg staan. Ten opzichte van vorig jaar is dat een plus van 8 euro. De voerprijzen blijven ondanks de dalingen op de grondstoffen markt toch op een hoog niveau. De daling die verwacht wordt is nog niet terug te zien in de brokprijzen op het boerenerf. Wat wel fors onderdruk staat zijn de prijzen van de worstkoeien. Noteerde de worstkoeien in juni nog prijzen van boven de 3 per kg, eind augustus zijn deze gedaald naar 2,55 euro. Voor een gemiddelde koe is dat toch 100 tot 150 euro minder.

Verliespost beperken

De prijzen van leasemelk liggen boven de 5 euro cent per procent vet, wat neer komt op een gemiddelde leasemelkprijs van 21 tot 23 cent per kilogram melk. Uitgaande van bovenstaande cijfers, waarbij een voersaldo van 30 cent per kilogram melk wordt gerealiseerd, betekent echter niet dat melkveehouders 8 cent (30 - 22) per kg melk aan hun winst toevoegen. Het voersaldo is gebaseerd op de melkopbrengst plus de omzet en aanwas minus de aangekochte voerkosten. De kosten voor eigen ruwvoer, dierenarts, veeverbetering, stro en strooisel, mestafzet, betaalde arbeid en de waarde van eigen uren dienen nog op deze 8 cent in mindering te worden gebracht. Dat resulteert uiteindelijk in een verlies voor veehouders die melk leasen voor deze prijzen.

Aangekocht ruwvoer

Uitgaande dat de laatste kilogrammen melk geproduceerd worden van het aangekochte ruwvoer bij een intensieve bedrijfsvoering en de laatste koeien op basis van plaatsingsruimte de melkveehouder juist verplichten tot afvoer van drijfmest, zal het verlies door de mestafzetkosten verder toenemen. Kortom, de verhuurder van het melkquotum profiteert volop van de hoge melkprijs, welke de melkveehouder geen toegevoegde waarde oplevert als deze daar leasemelk (> 20 cent) voor dient te huren. Hij of zij dient zich dan ook sterk af te vragen in welke mate er op de rem dient te worden getrapt om deze verliespost te beperken.