WUR: Twee op de drie koeien op stal in 2025
Uit de analyse van de onderzoekers blijkt dat intensivering van de melkveesector de grootste negatieve invloed heeft op weidegang, enerzijds door de behoefte aan meer controle over de bedrijfsvoering, anderzijds door de afname van de beschikbare huiskavels. De lage kosten en maatschappelijke acceptatie van de sector stimuleren daarentegen weidegang. Ook zien bedrijven en de overheid dat het houden van koeien in de wei het natuurlijke gedrag van de koe bevordert.
1.200 graasuren
Gemiddeld ontvangen grote bedrijven waar koeien meer dan 1.200 ‘graasuren’ in de zomer hebben, een hoger netto inkomen dan de bedrijven die geen of beperkte weidegang hebben. Dit komt door een combinatie van subsidies, lagere voerkosten en lagere vaste kosten. Overigens blijkt uit het onderzoek niet dat weidegang een garantie is voor een hoger inkomen.
Weidegang de norm
Het onderzoek heeft het meest uitvoerig de Nederlandse situatie geanalyseerd, maar ook die van andere Noordwest-Europese landen bekeken. De trend van opstallen is ook daar waarneembaar, met uitzondering van Ierland en Zweden. In Ierland is weidegang de norm. De koeien staan daar – als het weer het toelaat – minstens zes maanden per jaar twaalf uur per dag buiten. In Zweden is zes uur per dag weidegang bij wet verplicht voor minstens drie maanden per jaar.
Stimuleren
In Nederland worden de laatste jaren diverse initiatieven ontplooid om weidegang te stimuleren, waaronder het uitkeren van een premie voor bedrijven die weidegang toepassen. Verder zijn investeringen in kennis en technologische innovaties belangrijk, als ook aandacht voor arbeidsbesparing, economische optimalisatie van beweidingssystemen en het faciliteren van strategische beslissingen, met name op grotere melkveebedrijven, concluderen de onderzoekers.