'Melkvet-dip in het voorjaar is te voorkomen’
Een goede penswerking en voldoende energie zijn essentieel om zowel het vetgehalte als vruchtbaarheid met voorjaarsgras op peil te houden.
“De pens krijgt het bij de overgang van een winterrantsoen naar vers voorjaargras flink voor de kiezen. Waar het stalrantsoen vaak stabiel is wat betreft structuur en zetmeelgehalte is dat bij weiden veel minder het geval”, vertelt dr. Kirkland. “Veranderingen in het rantsoen zijn sowieso al een uitdaging voor goede vertering en kan direct de melkproductie raken. Voorjaargras heeft veel weg van raketbrandstof: veel energie en razendsnel verteerbaar.”
Snelle energie verstoort penswerking
Energierijk, snel verteerbaar ruwvoer kan de pens-pH verstoren en (te) snel door het verteringsstelsel van de koe gaan. Dit vergroot het risico op pensverzuring. In combinatie met hoge oliegehaltes in voorjaarsgras zijn dit omstandigheden waardoor het vetgehalte in de melk onder druk komt te staan. Dit maakt de keuze voor de juiste aanvulling in het rantsoen extra belangrijk.
Wisselende energieopname
Door wisselende omstandigheden verandert de kwaliteit van het voorjaarsgras telkens, evenals de opname. Dit maakt het lastig om een koe voortdurend van voldoende energie te voorzien. Onder optimale omstandigheden is het voor een koe mogelijk om 25 liter melk per dag uit voorjaarsgras te produceren. Bij nat en donker weer ligt de drogestof- en energieopname vaak aanmerkelijk lager. “Bij voorjaar-kalvende koeien kan dat problemen geven. In het begin van de lactatie hebben koeien een grote behoefte aan voedingsstoffen voor een hoge melkproductie in om in conditie (Body Condition Score, BCS) te komen met het oog op de aanstaande inseminatie”, vertelt Kirkand.
BCS en bevruchtingspercentage
Aan het begin van de lactatie kunnen koeien niet voldoende voer opnemen om aan de hoge energiebehoefte te voldoen. Resultaat: een negatieve energiebalans. De koe maakt dan energie vrij uit het lichaamsvet om toch melk te produceren en waardoor ze conditie verliest. Dit heeft een nadelig effect op de vruchtbaarheid. Onderzoek toont aan dat in deze fase bij elke 0,5 punt verlies aan conditie (BCS) het bevruchtingspercentage met ongeveer 10 procent daalt. Om dit effect te minimaliseren is de samenstelling van het aanvullende rantsoen heel belangrijk, vertelt Kirkland.
Vezelrijke grondstoffen en pensbestendig vet
Uit onderzoek blijkt dat vezelrijke grondstoffen, zoals citruspulp en sojahullen, voor meer balans in de pens zorgen en in combinatie met een pensbestendig vet het grootste effect hebben op het vetgehalte in de melk. Hoewel op papier ook aanvulling met snel verteerbare koolhydraten, met name graanproducten, een oplossing lijkt, maken deze energiebronnen het probleem juist groter. Snel verteerbaar zetmeel verhoogt de kans op pensverzuring, wat juist zorgt voor een daling van het vetgehalte. “Pensbestendige vetten bevatten ongeveer 2,5 keer zoveel energie als granen en zijn daarom bij uitstek geschikt om bij wisselende beweidingsomstandigheden in het voorjaar voor voldoende energie te zorgen. Wel veel energie, maar geen nadelig effect de penswerking”, vertelt hij.
Juiste vetzuur kiezen
Het is volgens Krikland belangrijk dat een veehouder bij de keuze van het vet kijkt naar de vetzurensamenstelling. Hij legt uit dat de verschillende individuele vetzuren, de bouwstenen van voervetten, invloed hebben op de prestaties van koeien en op de verdeling van voedingsstoffen tussen de productie van melk en de reserves van de koe (conditie). Aan het begin van de lactatie is C18:1 het belangrijkste vetzuur, omdat het stimuleert dat energie en nutriënten in het rantsoen ten goede komen aan de conditie en de ontwikkeling van bevruchte eicellen. Supplementen met een groot aandeel C16:0 zijn juist effectief om de productie van melkvet te stimuleren.
Geen vetdip
In combinatie met voorjaarsbeweiding adviseert Kirkland een pensbestendig vet met zowel C16:0 als C18:1 vetzuren. “Door de extra energie in pensbestendige vorm aan te bieden, gaat het niet ten koste van de penswerking. Hiermee kun je zowel de vruchtbaarheid als de melkvetproductie op peil houden zodra de koeien de wei ingaan.”