Klauwgezondheid Nederlands melkvee blijft onveranderd
In de Data-analyse van de diergezondheidsmonitoring rundvee worden kengetallen over klauwgezondheid niet routinematig gemonitord. Voor de ruim duizend deelnemers aan DigiKlauw registreren klauwverzorgers klauwgegevens. In 2016 zijn DigiKlauwgegevens over de jaren 2012 tot en met 2015 uitgewerkt in een verdiepende analyse. In 2021 zijn deze analyses herhaald over de periode 2016 tot en met 2020.
Regelmatige verzorging
Een 24 procent van de bedrijven laat alle runderen in één keer verzorgen, een toenemend deel (40 tot 50 procent) van de bedrijven doet aan strategische verzorging. Deze bedrijven verzorgen dan de droge koeien én de koeien met klauwproblemen meerdere keren per jaar. Bij het laatste type verzorging is het percentage klauwaandoeningen van al het verzorgde vee een overschatting van de werkelijke mate van voorkomen in de hele rundveestapel.
Lichte toename infectieuze aandoeningen
De klauwgezondheid in Nederland is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van een vorige onderzoek, vijf jaar geleden. Recent is er een lichte toename in niet infectieuze klauwaandoeningen. De infectieuze klauwaandoeningen dalen sinds 2018 licht. Specifiek voor stinkpoot en zoolbloedingen is de trend al meerdere jaren dalend, zowel in de huidige als de vorige onderzochte periode.
Klauwgezondheid verbeteren
De sector onderneemt diverse acties gericht om de klauwgezondheid bij melkvee te verbeteren. GD is in 2021 gestart met de eerste fase van project ‘’t KAN’, dat staat voor Klauwgezondheid Aanpak Nederland. Binnen dit project wordt een inventarisatie gedaan van kennis, middelen en houding ten aanzien van klauwgezondheid.
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Royal GD