Gewasbescherming: geen 20 jaar terug in tijd
In het debat gingen wetenschappers, actiegroepen, landbouwers en de gewasbeschermingsmiddelen-industrie met elkaar in discussie. Michael Kester van Syngenta hield de zaal voor dat neonicotinoïden een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de landbouw. "Zonder deze middelen zijn er meer veldspuitingen nodig", vertelde hij. Jeroen van der Sluijs, professor van de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht, was het daarmee oneens. "Het probleem is een van schaal", zei hij. "Neonicotinoïden vormen 26 procent van de gewasbeschermingsmiddelen in Europa en zijn toegelaten voor duizend plantensoorten. Ongeveer 10 verschillende insekten vormen een plaat in de landbouw, daarvoor zou je gerichte bestrijdingsmiddelen moeten inzetten en geen algemene."
Gedifferentieerde aanpak
Jaap van Wenum van LTO was het ermee eens dat neonicotinoïden soms te breed worden ingezet, vooral in de glastuinbouw. Hij pleitte voor een gedifferentieerde aanpak. Een algeheel verbod vond hij te rigoreus. Joke de Geus, van de vakgroep akkerbouw van LTO-Noord, viel hem bij. Zij wees daarnaast op het belang van akkerranden voor de bijenpopulatie, waarop Van Wenum erop wees dat de vergroeningsparagraaf in het nieuw GLB deze akkerranden financieel ondersteunt. Koos Biesmeijer van Naturalis Leiden was het daarmee eens. Hij pleitte voor een geïntegreerde teelt, waarbij akkerranden en bijen onderdeel van het systeem zijn. Chemische middelen hebben daarin volgens hem ook een rol, maar als sluitstuk en niet als integrale aanpak.
De weg naar voren
De staatssecretaris vond de discussie zinvol. "Het is nu duidelijk dat er geen eenvoudige oplossingen zijn", stelde ze na afloop. Een positief punt vond ze dat de wil er is tussen verschillende belangengroepen om naar elkaar te luisteren en samen het probleem aan te pakken. Daarom is ze van plan om in een kleinere groep verder naar oplossingen te zoeken. Daarbij deed ze de oproep aan de verschillende partijen om niet in de eigen dogma's te blijven hangen. "We moeten als Nederland de weg naar voren inslaan en met duurzame innovaties in gewasbeschermingsmiddelen en -methoden de wereld een voorbeeld stellen."