‘Bestrijding gladvingergras wordt komend seizoen nog ingewikkelder’
Om te beginnen: Hoe is de onkruidbestrijding in maïs het afgelopen seizoen verlopen?
,,De start van het seizoen was koud, nat en laat. Daardoor kwam de maïs - en dus ook de onkruidbestrijding - relatief laat op gang. Op veel loonbedrijven kwam dat behoorlijk slecht uit. Van half mei tot half juni was het namelijk topdrukte bij de grasoogst. Daardoor kwam de onkruidbestrijding in maïs nogal eens in de verdrukking.
Veel maïspercelen zijn laat en sommige ook echt té laat gespoten. Dat is jammer, want daardoor laat je de mogelijkheid liggen om onkruid écht goed terug te dringen en percelen schoner te krijgen in plaats van vuiler te laten worden.
Gelukkig hield het groeizame weer lang aan, waardoor de middelen vrij goed hebben gewerkt. Bovendien waren de onkruiden relatief ‘zacht’, waardoor de middelen goed opgenomen zijn. Al met al zijn de meeste bespuitingen daardoor toch nog goed gelukt.’’
Je hamert elk jaar weer op een vroege onkruidbestrijding. Waarom is dat zo belangrijk?
,,Vroegtijdig spuiten – dat wil zeggen vanaf het 2-bladstadium van de maïs – heeft gewoon veel voordelen. Ten eerste zorgt het voor minder concurrentie van onkruid met het gewas. Licht, vocht en voedingstoffen komen zo maximaal ten goede aan de maïs. Ten tweede heeft kleine maïs veel minder last van een bespuiting en is de (eventuele) groeiremming dus veel minder groot. Verder zit er bij een vroege onkruidbestrijding meer tijd tussen spuiten en onderzaaien, waardoor mogelijke groeiremming van de gras onderzaai zo goed als uitgesloten is. Opgeteld leveren deze punten een aanzienlijke bijdrage aan een betere, productievere en schonere maïs, zo zien we elk jaar weer. De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we daarom eindelijk eens overboord gooien. We moeten juist nóg vroeger het land op om kiemende onkruiden te determineren. Dat kost misschien wat extra moeite, maar het loont absoluut.’’
Welke onkruiden baren op dit moment de meeste zorgen?
,,Dan komen we toch weer uit bij gladvingergras. Hoewel de onkruidbestrijding in maïs ondertussen behoorlijk is afgestemd op dit onkruid, zien we de problemen met gladvingergras toch jaar op jaar verder toenemen. Dat is feitelijk begonnen na het wegvallen van Clio in 2017 (een specifiek middel tegen gladvingergras, red.) en sindsdien sluipenderwijs steeds erger geworden.
Komend seizoen wordt het opnieuw ingewikkelder omdat Calaris® - een middel met een redelijk goede werking tegen gladvingergras - met extra restricties te maken krijgt. Hierdoor mag hooguit de helft van de tot nu toe gangbare dosering van 1,5 l/ha worden toegepast (0,75 l/ha vanaf DRT 95 en 0,5 l/ha bij DRT lager dan 95, red.).’’
Wat betekent dat voor de onkruidbestrijding voor komend seizoen?
,,Om gladvingergras en ook andere lastige onkruiden als haagwinde, hanenpoot, kamille en zwaluwtong onder de duim te kunnen houden zal bij veel maïstelers de spuitmix moeten worden aangepast. Wanneer gladvingergras (nog) geen groot probleem is, is een combinatie van 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active, aangevuld met 0,5 l/ha Calaris en 0,4 l/ha Frontier® de beste optie. Daarmee bestrijdt je alle voorkomende onkruiden en houden (eventueel) ondergezaaide grassen zich goed staande.
Bij problemen met gladvingergras kan het beste gekozen worden voor een vooropkomst-bespuiting met Frontier, gevolgd door de hoogste dosering Laudis (2,25 l/ha) in de mix vlak na opkomst van de maïs. Hiermee zijn de afgelopen jaren goede resultaten geboekt tegen gladvingergras. Is twee keer spuiten (nog) een brug te ver, dan is een mix met 2,25 l/ha Laudis vlak na opkomst ook nog steeds een goede optie. Belangrijk hierbij is dat het middel hoe dan ook vóór het uitstoelen van gladvingergras wordt toegepast. In de praktijk is dat meestal zo rond het 2- à 3-bladstadium van de maïs.’’
Tot slot: de afgelopen jaren is er veel gewaarschuwd voor (nieuwe) onkruidgrassen zoals Zuid-Afrikaanse gierst, pluimgierst en draadgierst. Hoe staat het daarmee?
,,Elk jaar krijgen we weer nieuwe meldingen van onbekende gierstgrassen in maïs; zo ook in het afgelopen seizoen. De meeste komen uit het Zuiden van Nederland, maar ook vanuit Groningen zijn er een paar meldingen binnengekomen. Voorlopig kunnen we de locaties nog op een paar handen tellen, maar dat komt vooral omdat gierstgrassen nog niet of nauwelijks herkend worden. Het grote gevaar is dat ze ongemerkt de kans krijgen om zich steeds verder te verspreiden. Gierstgrassen kunnen enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Hierdoor kunnen ze zich explosief vermeerderen. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. Wie ze dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf.''
Wat kun je tegen deze nieuwe gierstgrassen doen?
,,Telers of loonwerkers die een grasonkruid niet meteen thuis kunnen brengen doen er goed aan om er een deskundige bij te betrekken, zodat er op tijd met een effectieve bestrijding kan worden begonnen. Een tip is om het plantje uit te graven en tot bloei te laten komen. Vaak wordt dan duidelijk om welk (gierst)gras het gaat. Verder hebben we bij Bayer een determinatieschema opgesteld waarin ook deze grassen zijn opgenomen (zie schema, red.).
Voor de bestrijding van (percelen met) gierstgrassen kan de combinatie 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active worden ingezet. Daarbij zorgt met name de werkzame stof thiëncarbazone-methyl (TCM) in Monsoon Active voor een stevige aanpak van de gierstgrassen.''
Calaris® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta
Frontier® is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Tekst: Bayer Crop Science
Beeld: Bayer Crop Science
Bron: Bayer Crop Science