Hoge melkprijs zorgt voor stijging inkomens melkveehouderij

Het gemiddelde inkomen komt daarmee op 35.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. De aanhoudende vraag en het krappe zuivelaanbod zorgen voor een positieve stemming op de zuivelmarkt.

Minder koeien, minder melk

In Duitsland, Nederland en Frankrijk leverden de melkveehouders in 2021 respectievelijk 2, 2,7 en 1,4 procent minder melk dan in 2020. De productiedaling is, volgens de bank een gevolg van de tegenvallende ruwvoerkwaliteit, hoge veevoerprijzen en een afnemende jongveebezetting. De plannen van de Nederlandse overheid om veehouderijbedrijven op vrijwillige basis op te kopen, om de stikstofbelasting op natuurgebieden te verminderen, kan leiden tot een verdere krimp van de veestapel, waardoor de melkproductie nog verder kan dalen, aldus de bank. Voor 2022 voorziet ABN Amro een daling van de Nederlandse melkproductie van 2 procent. Tegelijkertijd kan het opheffen van de laatste Covid-19 maatregelen de vraag naar zuivel verder doen toenemen, waardoor de markt verder onder druk komt te staan.

Veevoer blijft duur

De prijzen voor veevoer stegen in 2021 met 15 procent. Met name in de tweede helft van vorig jaar liepen de prijzen snel op. Daar de veevoerkosten 60 tot 70 procent uitmaken van de directe kosten, is de invloed op het saldo groot. De hoge prijzen die veevoerfabrikanten moeten betalen voor soja, graan en enkele specifieke grondstoffen zorgen ook voor een deel van dit jaar nog voor hoge veevoerprijzen.

Energieprijs mede bepalend voor kunstmestprijs

Voor kunstmest verwacht ABN Amro zelfs het hele jaar relatief hoge prijzen. De hoge gasprijzen hebben direct invloed op de kunstmestprijs, omdat het produceren van kunstmest relatief veel gas vraagt. Daar komt bij dat de hoge opbrengstprijzen voor soja, maïs en tarwe de vraag naar kunstmest stimuleren. Boeren zijn immers gebaat bij een hoge opbrengst per hectare, welke invloed uiteindelijk heeft op de prijs van kunstmest is moeilijk te voorspellen.

De torenhoge kunstmestprijzen wakkeren tegelijkertijd de vraag naar dierlijke mest aan. De afzetkosten voor mest zullen bij een toenemende vraag immers afnemen en dat is in het voordeel van de veehouder, besluit de bank.